bijl. nr. 7 kan worden gezegd dat een nieuwe huisvesting na afloop van het huidige contract aanzienlijk meer kosten met zich zal meebrengen dan thans het geval is. Het lijkt ons wenselijk nu reeds te stellen dat dat gegeven op zich géén argument is voor subsidieverhoging, onder aantekening dat ingestemd kan worden met reservering tot dat doel uit eventuele posi tieve exploitatie-uitkomsten. 6Subsidie komende jaren Op grond van de ons overgelegde jaarrekeningen en de visie van de V.V.V. voor de komende jaren, zijn wij van oordeel, dat de gemeentelijke bijdrage voorshands gehandhaafd dient te worden op het niveau, zoals door Uw raad is vastgesteld bij de subsidieregeling 1971. Wij kiezen hierbij voor continuering van subsidie gedurende een periode van 5 jaren (1981 t/m 1985). De reden is tweeërlei: a. Voor de V.V.V. is het, met erkenning van de onafhankelijk heid, mogelijk zelf de prioriteiten te bepalen (een en ander met inachtname van het door ons sub 5 gestelde inzake de ar beidsvoorwaarden) b. Een besluit van Uw raad voor een dergelijke periode geeft de V.V.V. de mogelijkheid zich ook in de toekomst garant te weten van een verantwoorde toevloed van middelen. 7Berekening jaarlijkse subsidie Op 22 augustus 1971 heeft Uw raad een subsidieregeling ten be hoeve van de plaatselijke V.V.V. vastgesteld, welk besluit voor U ter visie ligt.* De door de gemeente jaarlijks in de personeelskosten toegekende subsidie wordt daarbij volgens een bepaalde formule ingevuld. De praktijk heeft ons geleerd dat hantering van die formule geen aanleiding geeft tot wijzigingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 42