bijl. nr. 89 punt van ruimtelijke ordening als uit een oogpunt van volkshuisvesting niet nagestreefd dient te worden. Het advies van de stedebouwkundige adviesraad, de opmerkin gen op de hoorzitting van de St.AR gedaan alsmede een afwijzing van een eerder initiatief tot woonbebouwing op het terrein van de voormalige Theresiakerk sterken ons in die opvatting. Overigens zal realisering van de ter plaatse geprojecteerde bedrijfsbestemming niet eerder plaatsvinden dan nadat passende huisvesting is gevonden. Hoewel wij op de inhoud van het bezwaarschrift zijn inge gaan dienen appellanten wegens ruime overschrijding van de beroepstermijn niet ontvankelijk te worden verklaard in hun bezwaarschrift. ad6 In het bezwaarschrift wordt ten eerste uit een oogpunt van alge meen belang conform het bezwaarschrift sub 5 argumenten aange haald om ter plaatse de woonfunctie te handhaven en uit te breiden Het tweede onderdeel van het bezwaarschrift betreft de onzeker heid met betrekking tot hun woningen (waardevermindering, even tueel onteigening) mede gerelateerd aan de investeringen, welke in de panden zijn gestoken. Met het oog op die onteigening wordt gevraagd in de overgangsbepaling (artikel 21, lid 1 van de voor schriften) de woorden "en behoudens onteigening" te schrappen. Met betrekking tot het handhaven en uitbreiden van de woon functie mogen wij verwijzen naar ons standpunt ter zake zoals neergelegd in de toelichting op het bestemmingsplan en vermeld bij het bezwaarschrift sub 5. De strekking van de overgangsbepaling is, dat bouwwerken welke afwijken van het bestemmingsplan onder voorwaarde dat de bestaande afwijking naar zijn aard niet wordt ver groot en behoudens onteigening gedeeltelijk mogen worden veranderd, vergroot of uitgebreid. Dit betekent onder meer, dat er geen bouwvergunning meer mag worden afgege ven ten behoeve van de functie woondoeleinden indien er een rechtsgeldig besluit is om de betrokken percelen te onteigenen. Het betreft een clausule welke reeds jaren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 442