bijl. nr. 89 -5- in overgangsbepalingen gebruikelijk is en ook is toege staan in de context zoals in de onderhavige voorschriften gebruikt Voor het onteigenen is echter nog een expliciet besluit van Uw raad nodig te zijner tijd, indien niet op vrijwillige basis kan worden aangekocht. Wij willen echter bij voorbaat niet uitsluiten, dat het in exploitatie nemen van de per celen door derde gebeurt. Zowel wettelijk als bestuurlijk is voldoende gegarandeerd, dat betrokken appellanten wat hun vermogen betreft niet "in de kou zullen blijven staan". ad. 7. Het onderhavige bezwaarschrift is eerst op 7 januari 1980 ontvangen en is derhalve 3s maand te laat ingediend. In dit bezwaarschrift wordt op basis van reeds eerdergenoemde argumenten eveneens gepleit voor handhaving van de woonfunctie en het laten vervallen van de onteigeningsclausule. Omdat het bezwaarschrift veel te laat is ingediend dient de projectgroep niet ontvankelijk te worden verklaard in haar beroep ad8 Het onderhavige bezwaarschrift, dat ook eerst op 8 november 1979 is ingekomen richt zich in hoofdzaak tegen de huisvestings situatie en de problemen m.b.t. vervangende woonruimte. De betrokken mensen willen gaarne in het pand of in de nabijheid blijven wonen. Het huisvestingsprobleem van buitenlandse werknemers manifesteert zich zoals U weet niet alleen met betrekking tot dit pand. Deze kwestie dient echter niet in het kader van dit bestemmingsplan aan de orde te worden gesteld. Wel kunnen wij U mededelen dat het aantal bewoners door over plaatsing naar de Zandbergweg inmiddels is teruggebracht tot Mzodat het gebouw niet meer valt onder de werkings sfeer van de verordening op de logeer- en kamerverhuur- inrichtingen. Door deze overplaatsing is de huisvestings-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 443