bij bijl. nr. 90 2. Burgemeester en wethouders kunnen een instructie vaststellen voor de directeur, gehoord de bestuurs commissie 3. De directeur woont de vergaderingen van de bestuurs commissie, van het dagelijks bestuur en van de even tuele sub-commissies, bij. De directeur kan één of meer ambtenaren aanwijzen die namens hem de vergaderingen van de eventuele sub commissies bijwonen; van deze aanwijzing geeft de di recteur vooraf kennis aan de bestuurscommissie. 4. De directeur regelt, met inachtneming van de bepalin gen van deze verordening en andere door de raad, de bestuurscommissie of burgemeester en wethouders ge stelde of te stellen regelen, de werkzaamheden van het onder zijn leiding staande personeel. Verantwoordings- Artikel 18. plicht 1 De directeur brengt periodiek verslag uit aan de be stuurscommissie over de gang van zaken binnen de huishouding 2. Burgemeester en wethouders kunnen, in overleg met de bestuurscommissie, regelen stellen met betrekking tot de vorm waarin en de frequentie waarmee het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag moet wor den uitgebracht. 3. De directeur doet onverwijld mededeling aan de voor zitter en het dagelijks bestuur van de bestuurscom missie van alle buitengewone voorvallen de huishou ding betreffende. Artikel 19. 1. De bestuurscommissie is verantwoording schuldig aan de raad; zij brengt daartoe tenminste éénmaal per jaar een beredeneerd verslag uit over haar werkzaam heden 2. Burgemeester en wethouders kunnen regelen vaststel len, in overleg met de bestuurscommissie, met betrek king tot de vorm waarin en de frequentie waarmee het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag zal worden uitgebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 464