aan de raad der gemeente Breda VRAAG (ingevolge art. 40, 2e lid R.v.O. d.d. 18-5-1979) De heer P. van de Steenoven en mevrouw E. Nieuwstraten-Driessen 1Verwacht het college dat het aan de Slingerweg te vestigen bedrijf van de firma Mermans aan alle normen van de hinderwet zal voldoen? 2. Zo ja, is het college bereid om aan de bewoners van de Slinger weg en de commissies ruimtelijke ordening en openbare werken de informatie te verstrekken waarop deze verwachting is gebaseerd? 3. Is het mogelijk dat, wanneer Mermans met instemming van de gemeente een gebouw neerzet aan de Slingerweg, voordat een hinderwetvergunning wordt afgegeven, zij een schadeclaim kan indienen wanneer laatstgenoemde vergunning toch niet verleend zou worden? 4. Is het college met ons van mening dat het in het algemeen beter is met het verlenen van medewerking aan vestiging van hinderwetplichtige bedrijven te wachten tot een hinderwetver gunning is afgegeven? 5. Welke maatregelen denkt het college te nemen om er voor te zorgen dat de firma Mermans zich aan de Slingerweg wél zal houden aan de bepalingen van de hinderwetvergunning? ANTWOORD Ad 1 Wij hebben inmiddels besloten aan verfhandel L.J.A. Mermans b.v. de gevraagde vergunning ingevolge de hinderwet te verlenen, zij het onder een aantal voorwaarden. Ad 2. Aan de bewoners van de Slingerweg en omgeving, die in het kader van de hinderwetsprocedure bezwaren hebben ingebracht is een af schrift van de onder 1 bedoelde beschikking gezonden. Bijlage nr. 91 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 479