gemeente Breda
De raad der gemeente Breda;
bij bijlage nr. 120
voorgenomen het beroepschrift d.d. 12 februari 1979, ingekomen
18 februari 1979, van de heer C. Hagenaars, wonende Grintweg
6 te Breda, tegen het besluit van burgemeester en wethouders
van 3 januari 1979 tot weigering van een bouwvergunning voor
het bouwen van een plantenserre op perceel Grintweg 6,
kadastraal bekend gemeente Breda, sectie I, nr. 1099;
overwegende, dat de weigering van de bouwvergunning gebaseerd
is op strijdigheid met de voorschriften behorend bij het be
stemmingsplan Haagse Beemden Oost 1969 II;
dat het beroep binnen de in artikel 51, lid 1 van de Woningwet
bepaalde termijn is ingesteld;
dat appellant derhalve in zijn beroep ontvankelijk dient te
worden verklaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, alsmede
het proces-verbaal opgemaakt van de ingevolge artikel 390,
3e lid van de Bouwverordening 1978, gehouden hoorzitting;
gelet op artikel 51, lid 1 van de Woningwet en de artikelen
389 en 390 van de Bouwverordening 1978;
besluit
met overnememing van de door burgemeester en wethouders in
hun bovenvermeld voorstel ontwikkelde motieven het beroep
van de heer C. Hagenaars tegen de weigering van een bouwver
gunning ongegrond te verklaren.
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.