aan de raad der
gemeente Breda
9
SD/59725
27-2-1980
t goed-
eentelijke
Bijlage nr. 140
Voorstel van burgemeester en wethou
ders tot het instemmen met de begro
ting 1980 van het Woonwagenschap Breda
en de 1e wijziging daarop.
Het Algemeen Bestuur van het Woonwagensehap heeft de (ontwerpbe
groting 1980* ingezonden. Uw raad kan eventuele bezwaren tegen deze
begroting schriftelijk mededelen aan gedeputeerde staten.
In principe wordt in de exploitatiekosten van het Woonwagenschap,
na aftrek van eigen inkomsten, een rijksbijdrage verleend van 95%.
De resterende 5% wordt gedekt uit de bijdragen van de bij de gemeen
schappelijke regeling aangesloten gemeenten. In de praktijk blijkt
het percentage dat ten laste van de gemeenten hoger te liggen dan
5% omdat het ministerie in bepaalde kosten geen rijksbijdrage ver
leent en aan andere kosten duidelijke limieten verbindt. Op dit mo
ment bedragen de ten laste van de gemeente komende kosten (na aftrek
inkomsten) 25% van de begroting (zie hieronder).
Belangrijke posten in de begroting 1980 waarvan geen (of een geringe)
rijksbijdrage wordt verkregen zijn bijvoorbeeld afschrijving brand-
preventieve voorzieningen 26.900,afschrijving mobiele ber
gingen ten behoeve van noodcentra 14.304,afschrijving en
rente voor aanlegkosten noodcentra (respectievelijk 52.686,en
39-605,herstelkosten vernielingen 15.000,fondsvor
ming 21.125,en meerkosten project woonwagenwerk 37-966,
Het ten laste van de gemeenten komende bedrag wordt berekend naar
rato van het aantal inwoners per 31 december van het jaar vooraf
gaande aan het boekjaar. Het ten laste van de gemeenten komende
nadelig saldo in de begroting 1980 wordt geraamd op 281,315,
terwijl het totaal aantal inwoners van de deelnemende gemeenten
per 1 januari 1979 is gesteld op 316.736.
De gemeentelijke bijdrage voor 1980 komt dan op 281.315,
316.736 0,89 (afgerond) per inwoner.