bijl. nr. 143
-3-
Het is overduidelijk dat de gemeente Breda niet zo zonder meer
aansprakelijk is voor het nadelige verschil die er bij de
openbare verkoop voor de Rijkspostspaarbank is. De aansprake
lijkheid van de gemeente Breda als borg blijft beperkt tot
het gedeelte, waarvoor de gemeente zich overeenkomstig het ga-
rantiebesluit aansprakelijk heeft verklaard.
Om in de toepassing van de in bijlage II vervatte voorwaarden
en bepalingen, waaronder - om voor deelneming van het Rijk in
aanmerking te komen - de gemeentelijke garantie moet zijn ver
strekt, eenheid te bereiken is het onzes inziens op zijn plaats
dat de gemeente als verlies aan de geldgever betaalt het bedrag
dat voor deelneming van het Rijk als verlies wordt aangehouden.
Met inachtneming van de ter zake gestelde garantievoorwaarden
en -bepalingen hebben wij het verlies bepaald op een totaalbe
drag van 24.304,47.
Op de bij dit voorstel behorende bijlage I hebben wij een be
rekening gemaakt van het verlies ad 24.304,47, waarnaar wij
U kortheidshalve mogen verwijzen.
Ten opzichte van de door de Rijkspostspaarbank ingediende
rekening betekent dit een verschil van 420,42, hetgeen hoofd
zakelijk is ontstaan door het opnemen door de voormelde bank
instelling van de niet gegarandeerde premies voor de met de
eigenaar gesloten overlijdensrisico-overeenkomst
Onlangs hebben wij aan het ministerie van volkshuisvesting en
ruimtelijke ordening gevraagd of vanwege het ministerie akkoord
kan worden gegaan met het door ons berekend verlies ad
24.304,47. Het ministerie heeft ons telefonisch laten weten
dat zij geen kans zien om op korte termijn over deze aangelegen
heid uitsluitsel te geven.
Met betrekking tot de juridische gevolgen van het niet nakomen
door de eigenaar van zijn betalingsverplichtingen, gevolgd
door een openbare verkoop van zijn woning, mogen wij Uw bij
zondere aandacht vragen voor het navolgende.