-8- "biJ bijlage nr. 145 Artikel 19. 1. Het geldverkeer van de gemeente wordt zoveel mogelijk geleid via een of meer door burgemeester en wethouders aan te wijzen giro- en/of bankinstellingen. Hierbij mag geen gebruik worden gemaakt van cheques aan toonder, terwijl cheques op naam slechts mogen worden afgegeven tegen ontvangstbevestiging en voor betaling aan niet bij een giro- of bankinstelling aangeslotenen 2. Contant geldverkeer zal niet plaats hebben met uitzondering van door burgemeester en wethouders aan te wijzen inkomsten en uitgaven. 3. De beschikkingsbevoegdheid over de,(gelet op artikel 228 van de gemeentewet) geopende rekeningen bij de postcheque- en girodienst en bij bankinstellingen berust bij het hoofdbureau comptabiliteit en een door burgemeester en wethouders - ge hoord de comptabele - aangewezen ambtenaar te zamen. 4. De bedoelde beschikkingsopdrachten worden niet ter onderteke ning aangeboden aan de in het vorige lid bedoelde ambtenaren, dan nadat: - voor wat betreft de algemene dienst de juistheid van de be schikkingsopdrachten is vastgesteld en - voor wat betreft opdrachten van de gemeentelijke takken van dienst en bestuurscommissies waarvoor artikel 252 van de gemeentewet is toegepast en andere instellingen of personen welke een rekening-courant-overeenkomst met de gemeente hebben, de juistheid van de ondertekening is vastgesteld. 5. De in het derde lid bedoelde ambtenaren ondertekenen de be schikkingsopdrachten eerst nadat zij ieder voor zich hebben vastgesteld dat de in het vierde lid bedoelde controle heeft plaatsgehad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 681