bijl. nr. 147
-3-
meent ons college toch dat deze overschotten thans in de be
sluitvorming moeten worden betrokken.
Een en ander betekent dat wij Uw raad voorstellen niet over te
gaan tot subsidiëring in het tekort van het zwembad over 1978.
Van het bovenstaande is mondeling en schriftelijk mededeling ge
daan aan de N.V.
Dit schrijven en de reactie hierop d.d. 13 december 1979 van de
N.V. liggen voor Uw raad ter visie.
Uit de reactie van de N.V. blijkt dat zij het door ons college
ingenomen standpunt niet aanvaardbaar acht. De reden hiervan is
terug te vinden in de slechte liquiditeitspositie van de N.V.
Deze liquiditeitspositie is eerder in een overleg met de N.V. aan
de orde geweest.
Toen is door een vertegenwoordiger van de N.V. toegezegd dat deze
liquiditeitsproblematiek tijdelijk, dat wil zeggen tot een defi
nitieve oplossing voor het zwembad was gevonden, intern zou
kunnen worden opgelost.
Dit is ook op deze wijze gerealiseerd. Daar de definitieve op
lossing voor de problemen rond dit zwembad nog niet is gevonden
- eerst in de loop van 1980 hoopt ons college met nadere voor
stellen ter zake te komen - is ons college van mening dat de in
terne oplossing van het liquiditeitsprobleem gecontinueerd zou
moeten worden.
Wij stellen Uw raad voor akkoord te gaan met de jaarrekening 1978
van het zwembad aan de Vierwindenstraatzonder dat tot subsi
diëring in het nadelig saldo wordt overgegaan.
Ons college doet dit voorstel conform het advies van de commissie
van advies en bijstand voor jeugd, sport en recreatie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester
Van den Dam
secretaris