aan de raad der
gemeente Breda
EZ/64881
26-3-1980
Bijlage nr. 152
Voorstel van burgemeester en wet
houders inzake de instelling van
een adviesraad inzake werkgelegen
heid en de benoeming van de leden
en plaatsvervangende leden van die
raad.
1Inleiding
In het program op hoofdpunten voor de raadsperiode 1978 - 1982
zoals overeengekomen door de fracties van C.D.A.. P.v.d.A. en
V.V.D. in Uw raad zijn onder het hoofdstuk werkgelegenheid van
het activiteitenprogramma een aantal punten opgenomen (zie
hoofdstuk IV, sub 11. program-akkoord).
Een daarvan is: "Ter bevordering van de werkgelegenheid dient
op korte termijn een voortdurend overleg tot stand te komen
tussen het gemeentebestuur en de organisaties van werknemers
en werkgevers.
2. Huidige overlegkaders
Ons college, in het bijzonder de portefeuillehouder economisch
zaken, heeft op verschillende wijzen contacten met diegenen,
die nauw betrokken zijn bij het werkgelegenheidsgebeuren.
Naast de periodieke bijeenkomsten met de commissie economische
zaken en Uw raad is er een periodiek overleg met vertegen
woordigers van de plaatselijke vakorganisaties N.V.V., N.K.V.
en C.N.V. (het zogeheten G.C.W., Gemeentelijk Contact Werk-
nemersbelangen)Tevens is er periodiek contact met werkge
versvertegenwoordigers via het B.I.C. (Bredaas Industrieel
Contact). Eveneens is er een regelmatig overleg met de direc
teur van het Gewestelijk Arbeidsbureau in Breda. Voor het
overige vinden er voortdurend gesprekken plaats met directies
van bedrijven.
Mede door de hierbovengenoemde overlegsituaties wordt een in
zicht verkregen inzake de werkgelegenheidsontwikkeling in
Breda en de belangrijkste knelpunten op de arbeidsmarkt. Op
basis van onder meer de gesprekken met genoemde overleg-