bijl. nr. 155 -2- stalling in een gebouw. Deze voorzieningen vallen niet onder de werking van een gemeentelijke verordening, zodat het be heer door particulieren mogelijk zou zijn. Wij wijzen er in dit verband op, dat de omvang van de parkeer gelegenheid, de plaats daarvan, de parkeerduur en het parkeer tarief van grote invloed zijn op het winkelen, werken, wonen en recreëren in de binnenstad. De integratie van het parkeer- gebeuren in het functioneren van de binnenstad is van zo'n groot belang, dat elke doorkruising of verzwakking van het te voeren parkeerbeleid naar onze mening dient te worden voorko men. Het is daarom dan ook niet gewenst, dat de afzonderlijke parkeervoorzieningen als een op zichzelf staande zaak worden beschouwd Bij particuliere exploitatie van parkeergarages zullen overwe gingen van rentabiliteit een beslissende rol spelen. Voorwaar den, die de gemeente zou en ook moet stellen met het oog op het juiste gebruik van de garages - te denken valt hierbij aan de parkeerduur en de parkeertarieven - zullen alleen dan voor een particulier acceptabel zijn zolang de opbrengsten de kosten dekken. Uit dit oogpunt bezien is dan ook te verwachten, dat de particulier alleen dan de exploitatie van een garage op zich zal willen nemen als de gemeente minimaal het exploitatie-tekort voor haar rekening wil nemen, met andere woorden de particulier zal in alle gevallen het risico van de exploitatie op de ge meente willen afwentelen. Aangezien wij in de nota "parkeerbeheer" hebben gesteld, dat wij het stichten en beheren van parkeergarages niet op de eerste plaats zien als het domein van de overheid en dat wij, als dit door en voor risico van een ondernemer mogelijk is, aan het particulier initiatief de voorkeur geven, hebben wij geïn formeerd bij enkele grote maatschappijen in den lande, waar van bekend is, dat zij verschillende parkeergarages beheren, of zij belangstelling hebben voor het exploiteren van de Bredase garage. Het antwoord was onverkort "geen belangstel ling". Het betreft de maatschappijen Empeo te Utrecht, West- land Utrecht te Amsterdam en IBC te Best. Daarnaast hebben wij nog inlichtingen ingewonnen over de par keersituatie in andere vergelijkbare gemeenten t.w.:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 735