bijl. nr. 18
-2-
Op grond van bovenstaand gegeven was de provinciale directie
dan ook van mening dat voor dit buitengewone onderhoudsplan
geen rijkssteun kon worden toegekend. Zou de gemeente niette
min een beroep op rijkssteun blijven doen dan zouden in het
plan tevens verbeteringen moeten worden aangebracht, zoals de
opheffing van de woontechnische gebreken en de aanpassing
van de elektrische installatie aan de hedendaagse normen.
Het advies van de provinciale directie van de volkshuis
vesting was voor de gemeente aanleiding om in overleg met
het bewonerscomité het aanvankelijk opgestelde buitengewone
onderhoudsplan volledig te herzien, met gelijktijdige toe
voeging van een verbeteringspakket.
Voor een omschrijving van de uit te voeren onderhouds- en
verbeteringswerkzaamheden moge worden verwezen naar het
bestek B 717 d.d. februari 1978 en maart 1979* met de daar
bij behorende tekeningen nrs. 4 en 5.
De totale kosten van het plan worden thans geraamd op
3.346.946,waarbij moet worden opgemerkt dat de aan-
neemsom is gebaseerd op het prijsniveau per 1 april 1979,
zodat nog rekening gehouden moet worden met risicoverreke
ning uit hoofde van materiaal en loonkostenstijgingen.
Op de totale brutokosten moeten de bijdrage ad 87.550,
van het rijk in de kosten van de verbetering van de warmte-
isolatie alsmede eenmaal de norm van het jaarlijkse onder
houd, zijnde in totaal 54.036,in mindering gebracht
worden, zodat het onderhouds- en verbeteringsplan een netto
investeringsbedrag vergt van 3.205.360,
In verband met de aan te brengen verbeteringen is met 93 van
de 114 bewoners een huurverhoging overeengekomen, welke voor
lopig becijferd wordt op 62,per maand. Uitgangspunt voor
de huurverhoging is de in het kader van de verkrijging van
rijkssteun te hanteren 2g/S-norm over de totale geraamde in
vesteringskosten, derhalve over de onderhouds- èn verbete-
ringskosten