aan de raad der
gemeente Breda
F/2/66465
23-4-1980
Bijlage nr. 172
Voorstel van burgemeester en wet
houders een bedrag van 4.000.000,
zijnde het vermoedelijke overschot
1979 van de algemene dienst toe
te voegen aan de algemene reserve.
Bij de kredietbewaking per 31 oktober 1979 is geconstateerd, dat
over 1979 een overschot op de algemene dienst zal worden behaald
van 4 miljoen. In het totaaloverzicht van genoemde kredietbe
waking dat voor U ter visie is gelegd, is aangegeven waardoor
het overschot is ontstaan.
Zonder een apart besluit Uwerzijds zou het overschot toevloeien
aan de saldi-reserve
Wij zijn van mening dat de saldi-reserve voldoende groot is
7 miljoèn) voor opvang van normale exploitatie-risico's.
Voorgesteld wordt het overschot te storten in de algemene reserve.
Op de eerste plaats is een versterking van de algemene reserve
zeer gewenst daar de (geraamde.) algemene reserve per 1-1-1980
groot 12,6 miljoen volledig wordt geblokkeerd in verband met
de risico's die bestaan (o.a. van de R.W.Z., de B.S.W. en de ad
vies- en beheerskosten grondbedrijf). Voorts is een voordeel van
storting in de algemene reserve, dat bij de eerstvolgende begro
tingsbehandeling (1981) het bedrag ad +_4 miljoen betrokken kan
worden in de totale prioriteitenstelling.
In meer algemene zin kan hier nog aan worden toegevoegd, dat,
gelet op de meest recente gegevens over de nationale economie,
de financiële perspectieven van de gemeenten voor 1981 en volgen
de jaren als erg somber (staatssecretaris De Koning van binnen
landse zaken heeft als gesproken van 1981 als "rampjaar" voor
de gemeenten) kunnen worden gekenmerkt.
Gelet op deze sombere vooruitzichten is het zeer aanbevelenswaardig
een "buffer" c.q. "stootkussen" te hebben in de vorm van een
redelijke algemene reserve.