bijl. nr. 173 Deze vrijstellingen zijn afgestemd op de bepalingen van de grond belasting (wet van 26 mei 1870, Stb. 82) en ten dele op de bepa lingen van de personele belasting. Uitgangspunt voor het opnemen van dergelijke vrijstellingen bij deze heffingen was destijds de overweging dat dit, in de gevallen dat het eigendom geen inkomen geacht werd op te leveren, dus niet rentegevend was, noodzakelijk was Door de sterk veranderde maatschappelijke structuur is dit motief voor vrijstelling veelal achterhaald, terwijl het overigens uit een oogpunt van kostendekking en kostentoebedeling reëel is, dat alle genothebbenden een naar algemeen geldende tarieven berekende vergoeding zijn verschuldigd. Hieruit volgt dat alle vrijstellingen zouden dienen te vervallen. Vrijstelling van belasting betekent in feite een verkapte subsidie ten laste van de gemeente ter grootte van het belastingbedrag. En voorts Ten aanzien van eigendommen van besturen die zich bewegen op gods dienstig, maatschappelijk, sociaal, medisch of cultureel terrein, kan in het algemeen worden opgemerkt, dat de op deze gebieden werkzame instellingen niet langer alleen zijn aangewezen op inci dentele steun van overheid of particulieren om een sluitende ex ploitatie te verkrijgen. Van 1967 tot 1975 is deze visie steeds gevolgd. Bovenstaande argumenten gelden nu nog steeds ten aanzien van de onroerend-goedbelastingenBij de invoering van de onroerend-goed- belastingen op 1 januari 1975 stond Uw raad op het standpunt dat geen andere vrijstellingen dienden te worden opgenomen dan de wet telijk voorgeschreven vrijstellingen. Artikel 7, eerste lid van de verordening onroerend-goedbelastingen 1979 bevat een zodanige vrij stellingsbepaling Ten aanzien van dit vrijstellingsbeleid is dezelfde lijn aangehou den als bij de straat- en rioolbelasting in het verleden, ook nadat verzoekschriften waren binnengekomen van ziekenhuizen en bejaarden tehuizen om bij de redactie van de nieuwe verordening onroerend- goedbelastingen een vrijstellingsbepaling op te nemen voor deze in stellingen -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 798