aai
ge
bijl. nr. 173
Met ingang van het belastingjaar 1979 is aan artikel 7 van de ver
ordening onroerend-goedbelastingen 1979 toegevoegd artikel 7a, dat
onroerend goed vrijstelt, dat in hoofdzaak is bestemd om als zelf-
JSP/
19-:
standige garage te kunnen worden gebruikt en waaraan een heffings
grondslag is toegekend van minder dan 9.000,Deze bepaling is
vastgesteld omdat de perceptiekosten de opbrengst van de belasting
van deze garages overtreffen.
Deze vrijstellingsbepaling was voorheen geregeld in artikel 6
(tariefstelling) en is op verzoek van het ministerie van binnen
landse zaken opgenomen onder het hoofdstuk "vrijstellingen".
Wij delen U ten slotte mede dat in de modelverordening van de
V.N.G. onder artikel 7, letter h, inderdaad een vrijstellingsbepa
ling voor begraafplaatsen en crematoria is opgenomen. Deze model
verordening bevat nog een aantal andere vrijstellingsbepalingen
zoals voor:
- omroerende goederen, welke in hoofdzaak worden gebruikt voor pu
blieke dienst,
- bemalingsinstallaties, rioleringswerken en rioolwaterzuiverings
installaties
Om de reeds eerder genoemde redenen heeft Uw raad in de verordening
onroerend-goedbelastingen 1979 alleen de wettelijk noodzakelijke
vrijstellingsbepaling opgenomen.
m
Gezien het bovenstaande waaruit een constant vrijstellingsbeleid
blijkt en mede gezien de consequenties ten opzichte van soortgelij
ke stichtingen en instellingen indien aan het verzoek wordt tege
moet gekomen, stellen wij U voor de,besluiten het verzoek van de
Stichting Begraafplaatsen en Crematorium Breda af te wijzen.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de com
missie voor de financiën.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester.
Van den Dam
secretaris.
3-