bijl. nr. 204 De norm was voorheen 17%. Het opteren voor een verhoging van 17% naar 20% is op een aantal overwegingen gebaseerd: - Vanwege de 7% norm van het ministerie van C.R.M. ten aanzien van de opnamebehoefte van de bejaarden in een bejaardenoord zal voor een deel van de bejaarden, die nu zouden worden opgenomen in een verzorgingstehuis, in de toekomst aangepaste zelfstandige huisvesting moeten worden gecreëerd. - Het maatschappelijk gegeven, dat naarmate de samenleving zich ontwikkelt hogere eisen worden gesteld ten aanzien van de te vervullen behoeften, zal1ook op gebied van aan gepaste zelfstandige huisvesting voor bejaarden tot uit drukking komen. De keuze van de 20%-norm is tevens ingegeven door de ver wachting, dat de gerealiseerde en te realiseren bejaarden woningen zullen worden toegewezen via de adviesfunctie be jaardenhuisvesting. Hiermede wordt bewerkstelligd, dat de bejaarden met een verminderde validiteit de aangepaste zelfstandige huisvesting verkrijgen, welke zij behoeven. De bejaardenwoningen kunnen worden ingedeeld naar de vol gende typen: - Niet gekwalificeerde bejaardenwoningen. - Gekwalificeerde categorie A bejaardenwoningen. - Gekwalificeerde categorie B bejaardenwoningen (2 typen). Een nadere omschrijving is te vinden in de 3e nota bejaar denhuisvesting, bijlage 1. De 27 bejaardenwoningen van de Stichting Elisabeth vallen onder de laatste categorie, dat wil zeggen woningen met de intensieve mate van dienstverlening, met garantie van ver zorging Uit het advies van de adviescommissie bejaardenhuisvesting (ligt ter visie) blijkt, dat in de toekomst een grotere druk zal komen op de behoefte aan bejaardenwoningen, waar in een intensieve mate van dienstverlening en verzorging aanwezig is. -3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 859