"bijl. nr. 207
-5-
Na deze algemene opmerkingen willen wij ingaan op de beleids
voornemens van het bestuur en de financiële consequenties
voor de gemeente.
Wij willen niet meer ingaan op de feitelijk onhoudbare situa
tie, waarin het museum verkeert. Hierover is iedereen het eens.
Het bestuur van het stedelijk museum heeft, uitgaande van de
in het vooruitzicht gestelde hogere subsidies, een plan voor
gelegd dat beoogt enerzijds de knelpunten op te lossen en
anderzijds een goede uitgangspositie biedt voor verdere uit
bouw. Uit het vele overleg dat is gevoerd, is ons ook geble
ken dat in de periode 1980-1984 meer niet mogelijk is.
Anderzijds willen wij er ook op wijzen dat bij verwerkelijking
van de beleidsvoornemens veel wordt bereikt met naar verhouding
beperkte middelen. Wij mogen verwachten dat in 1984 gezegd kan
worden dat een goede basis is gelegd voor het museum en dat de
ze basis in de verdere toekomst belangrijk rendement kan ople
veren
Het stedelijk en bisschoppelijk museum ontvangt in de bestaan
de exploitatie een subsidie van 425.579,-- (1980). De finan
ciële consequenties van de beleidsvoornemens zijn:
1980 1981
1982
1983
Personeel
tijdelijke voorzie
ningen
wetenschappelijk
medewerkster
organisator
30.000,- 30.000,-/ 30.000,-
48.000,- 50.000
52.000