aan de raad der
gemeente Breda
St/3/54032
26-3-1980
Bijlage nr. 222
Voorstel van burgemeester en wethou
ders tot ongegrondverklaring van het
beroep van de heer mr. A.F.M. de Kok
namens C.C. Buijsen tegen de weige
ring van een bouwvergunning op per
ceel Joshof 8a.
Bij ons besluit van 25 juli 1979, vervat in de brief van 14 augus
tus 1979*, is aan aannemingsbedrijf voor timmerwerken "De Hage"
een vergunning tot het bouwen van een timmerwerkplaats met ne
venruimten en een kantoor met bovenwoning op perceel Joshof 8a
geweigerd. Deze weigering is gebaseerd op strijd met het bestem
mingsplan "partiële herziening 1974/1 van het bestemmingsplan-
Heuvel (Joshof)". Tegen dit besluit heeft de heer mr. A.F.M. de
Kok namens de heer C.C. Buijsen op 12 september 1979* binnen de
beroepstermijn bij Uw raad voorziening gevraagd, zodat de heer De
Kok in zijn beroep ontvankelijk dient te worden verklaard. In het
beroepschrift worden de volgende argumenten naar voren gebracht:
1. in overleg met de heer Buijsen is het bestemmingsplan "par
tiële herziening 1974/1 van het bestemmingsplan Heuvel" tot
stand gekomen en vastgesteld op 14 oktober 1976 door de raad.
Voor de in de bestemmingsvoorschriften gekozen formulering is
de heer Buijsen niet verantwoordelijk. Voor hem was het be
langrijk dat met deze partiële herziening toestemming gegeven
werd zijn plannen te realiseren. Indien de formulering zo is
uitgevallen, dat de wijziging achteraf bezien geen mogelijkheid
biedt voor de bouw en inrichting van het bedrijf, dan is de
ze wijziging niet geëffectueerd op de manier zoals met de heer
Buijsen is besproken en hem is toegezegd;
2. de procedure met betrekking tot het verlenen van de bouwver
gunning is correct en in overeenstemming met de wijziging van
het bestemmingsplan afgewikkeld;
3. op 20 april 1979 is door de Arbeidsinspectie meegedeeld, dat
aan de bepaling van de Veiligheidswet 1934 in voldoende mate
voldaan wordt;
i