de winstuitkering van het energie- en waterbedrijf jaarlijks met het
inflatiepercentage te verhogen. Dit ter waarborging van een zekere
continuïteit in de hoogte van deze uitkering, Yoor de berekening van
de aanpassing van de winstuitkering aan de inflatie hebben wij het
verwachte inflatiepercentage gelijk gesteld aan het verwachte prijs
stijgingspercentage, Yoor 1980 was hiervoor aanvankelijk 3,5°/° aange
houden, terwijl dit percentage thans op 6,5 moet worden gesteld, Yoor
1981 wordt een percentage van 5,5 verwacht, Yoor het handhaven van een
inflatie-vaste winstuitkering hebben wij dan ook gemeend de winstuit
kering met circa Q,5?° te moeten verhogen.
Overigens merken wij op dat bij belangrijke structurele wijzigingen
die het resultaat van het bedrijf in gunstige of ongustige zin
beinvloeden een herbezinning en een eventuele herziening van de uit
kering noodzakelijk kan zijn,
5.4» Algemene beheerskosten en opbrengst lichtreclames e»d.
Ter vereenvoudiging en verduidelijking van de te hanteren rekenregels
bij de budgetmethodiek zijn met ingang van 1981 de volgende inkomst-
posten vanuit de budgetten overgeheveld naar de budgettaire capaciteit.
Budgetnr. Omschrijving budget Mutatie Fam-ing 1980
15 Onvoorzien Inkomsten algemene beheerskosten 2.250.000,-
26 Diversen Opbrengst lichtreclames e.d. 52.000,
Totaal 2.282.000,—
Het gaat hier in feite om een zuiver administratief/technische
aan gelegenheid
3»5» Rijksbijdrage sociaal cultureel werk
Tot en met het jaar 1978 trad het Rijk t.a.v. instellingen, welke
thans onder de Rijksbijdrageregeling Sociaal Culturele activiteiten
vallen als mede—subsidient op. Deze rechtstreekse relatie tussen ge
subsidieerde instellingen en het Rijk is met ingang van 1-1-1979 ver
vallen. De gemeente is met ingang van 1-1-1979 de enige subsidiegever.
De Rijksbijdrage welke de gemeente ontvangt is bedoeld als een tegemoet
koming in de kosten welke de gemeente op het gebied van sociaal cultureel
werk maakt. De Rijksbijdrage staat tegenover het totale pakket op het
gebied van het sociaal cultureel werk, waaronder ook activiteiten vallen
die in de oude situatie in het geheel niet voor mede-subsidiëring door
het Rijk in aanmerking kwamen. Daarom hebben wij deze rijksbijdrage
-7-
i