Een achterblijven van de woningbouwproductie heeft onmiddellijk zijn repercussies op de geraamde capaciteit 1981-1984. Een achterblijven van de woningtoename bij de planning beinvloedt recht streeks de opbrengst van de interimmaatstaf bebouwing en de maatstaf bedrag per woning van de algemene uitkering en de belastingopbrengst van de onroerend-goedbelastingen en het rioolrecht. Daarnaast leidt een achterblijven van de woningproductie tot een geringere groei van het aantal inwoners. De maatstaf bedrag per inwoner is (nog steeds) de belangrijkste maatstaf waarop de hoogte van de algemene uitkering wordt gebaseerd. Ter adstructie hebben wij een berekening gemaakt van de capaciteit, in geval van de geplande woningtoename in 1980 en 1981 wegens stagnatie in de woningbouw slechts 70$ kan worden gerealiseerd. In de navolgende opstelling is deze capaciteit in confrontatie gebracht met de thans geraamde capaciteit. Budgettaire capaciteit bij 70$ realisatie van de genlande woningtoename in 1980 en 1981 1981 1982 1983 1984 (- aantal woningen) 41.333) 43.078) 45.331) 46.826) (—aantal inwoners) (117.000) (119.100) (122_.700) (124.900) Resultaat in guldens 132.224:.- 134.748 - 1 141lf"£T Budgettaire capaciteit volgens geolande worn n/j-fcoename 1981 1982 1983 1984 (- aantal woningen) (41.601) (44.094) (46.347) (47.842) (- aantal inwoners) (117.800) (121.900) (125.400(127.600) Resultaat in guldens 132.538 136.091 140.465 143.719 Minder capaciteit bij -544.:-" 4.343 2.452 - 70$ realisering T/7ij hebben nog in onderzoek of de huidige geplande Bredase woningtoename vanwege de landelijke stagnatie in de buuw nog dient te worden bijgesteld. Eet zal IJ uit bovenstaande duidelijk zijn dat het perspectief voor de meerjarenbegroting 1981-1984 dan nog somberder zal zijn. Ingeval van bijstelling zal ook bij het opstellen van de uitzetting van -het uitgavenpakket (claims) met deze lagere capaciteit rekening moeten worden gehouden. -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 971