b. het niet kunnen realiseren van een nominale bijstel
ling over een deel van de eigen inkomsten van
7.000.000,-- a 5,5% is 400.000,—
IIOverzicht van de berekening van het stijgingspercentage voor
het overig kostenbudget 1980.
Volledigheidshalve en voor de goede orde zij bij het voren
staande nog opgemerkt, dat in de Bredase budgetmethodiek bij
het bepalen van de groeinorm van het overige kostenbudget
niet alleen rekening wordt gehouden met de nominale ontwik
kelingen, doch ook met de reële ontwikkelingen. In principe
(indien voldoende financiële groei aanwezig is) wordt name
lijk van de totale capaciteit vóóraf een bepaald bedrag (in
de afgelopen jaren variërend van tot 2\% van de voorlopige
budgettaire capaciteit) gereserveerd voor nieuw beleid. Daar
na wordt, aan de hand van de alsdan resterende budgettaire
capaciteit de groeinorm voor het overige kostenbudget be
paald, nadat vóóraf het loonbudget voor het komende jaar is
bepaald
Overigens ontstaat voor 1981, als gevolg van de voor 1981
onder punt 6 van het betreffende raadsvoorstel voorgestelde
aanpak een enigszins andere situatie. Deze situatie is een
gevolg van het feit, dat bij deze aanpak is gekozen voor het
vóóraf inzetten van een stijgingspercentage van 3,25% voor
het overig kostenbudget en het volledig handhaven van reeds
gehonoreerde claims ad 2.004.000,-- voor 1981 en een reser
vering van 750.000,voor 1981 doorwerkend naar volgende jaren.
Hierdoor ontstond voor 1981 een voorlopig tekort ad 2.025.000,
Uitgaande van de voor 1981 voorgestelde aanpak ontstaat het
volgende beeld ter zake van de budgetverdeling 1981:
-3-