2
bijl.nr. 196
De kapitaallasten op jaarbasis bedragen
afschrijving 30 jaar f 2.661,
rente f 6.264,(m.i.v. 1982)
totaal f 8.931,
In de subsidie-aanvraag is niet meegenomen de bouw van een toi
letvoorziening, hoewel ons college deze voorziening als elemen
tair aanmerkt. Twee overwegingen bij het niet opnemen in de
subsidie-aanvraag zijn geweest:
het feit dat op het moment van de aanvraag nog geen duide
lijk inzicht bestond omtrent de mogelijkheid de voorziening
voor het seizoen te realiseren en de wijze waarop een en
ander wellicht uit te voeren is middels het experimentele
arbeidsproject jeugdige werklozen;
- de omvang van het subsidiabele bedrag niet al te groot te
doen zijn.
Ons college is echter van mening dat een toiletvoorziening bij
de Galderse Meren noodzakelijk is.
Volgens een opgave van de dienst van openbare werken (ligt ter
visie) zijn de kosten van een dergelijke voorziening geraamd
op f 70.000,(incl. B.T.W.)
De kapitaallasten op jaarbasis bedragen:
afschrijving 15 jaar f 4.667,
rente f 5.292,(m.i.v. 1982)
totaal f 9.959,
De geraamde kapitaallasten (f. 8.931,en f 9.959,alsmede
de overige exploitatielasten (geraamd op f 15.000,t.b.v.
de genoemde voorzieningen zullen worden gedekt binnen het bud
get van de dienst voor jeugd, sport en recreatie ten laste van
de post "bijdrage Galderse Meren".
Ons college merkt op dat de kosten lager kunnen uitvallen, ge
zien het principebesluit van de gemeenteraad van Nieuw-Ginneken
d.d. 21 maart 1978, om op basis van het inwoneraantal van beide
gemeenten (Breda en Nieuw-Ginneken) een bijdrage te verstrek
ken in de kosten Galderse Meren.
Voor wat betreft de investeringen in het kader van de subsidie
aanvraag heeft het bestuur van de gemeente Nieuw-Ginneken aan
het Stadsgewest bericht dat dit principe-besluit gestand zal
worden gedaan. Met betrekking tot de toiletvoorziening en de
exploitatielasten wordt bestuurlijk overleg gevoerd.
Daarnaast wordt op dit moment nog nagegaan de toiletvoorziening
te bouwen in het kader van de Experimentele Arbeidsprojecten
jeugdige werklozen.
Ten slotte merkt ons college op dat de investering t.b.v. de
voor subsidie voorgedragen voorzieningen eerst zal worden ge
daan nadat er zekerheid bestaat over deze subsidie.