c. in zover belanghebbende die recht had op uitkering, doch minder uitkering genoot dan de krachtens artikel 48 berekende pensioenpremie, er geen zorg voor draagt dat deze premie, welke in dit geval als een op hem rustende schuld wordt beschouwd, bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd is voldaan; d. wanneer belanghebbende zulks verzoekt. De aanhef van artikel 18 wordt gelezen: De vrouw, met wie een wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder gehuwd is geweest, heeft na zijn overlijden recht op bijzonder weduwenpensioenmits Artikel 21 wordt gelezen: 1 Het weduwenpensioen bedraagt vijf zevende gedeelte van het pensioen, waarop de overledene als gewezen wethouder aanspraak zou hebben gehad, indien hij met ingang van de dag na die van zijn overlijden was afgetreden, of waarop de overledene als gewezen wethouder recht of uit zicht had. 2 In afwijking van het vorige lid bedraagt het pensioen van de weduwe van hem die overlijdt: a. als wethouder voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar: vijf zevende gedeelte van het- pensioen waarop de wethouder aanspraak zou hebben kunnen maken, indien hij het wethouderschap tot het bereiken van evenge- noemde leeftijd zou hebben bekleed; b. als gewezen wethouder in de periode waarin hij recht op uitkering heeft: vijf zevende gedeelte van het pensioen waarop het gewezen lid aanspraak zou hebben kunnen maken, indien hij tot het bereiken van de leef tijd van 65 jaar recht op uitkering zou hebben gehad, met dien verstande, dat voor de berekening van het pensioen de diensttijd wordt doorgeteld naar de mate van meetelling van diensttijd op de dag van overlijden. 3 Indien wegens een zelfde sterfgeval voor een weduwe recht onstaat op meer dan een weduwenpensioen krachtens of op de voet van de Algemene pensioenwet politieke ambts dragers wordt op grond van artikel 145, lid 2, van deze wet tijd, die voor de berekening van meer dan een van die pensioenen meetelt en niet daadwerkelijk gelijktijdig in de verschillende ambten is doorgebracht, slechts mee geteld voor de berekening van het pensioen waarbij die tijd het hoogste bedrag oplevert.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1061