aan de raad der
gemeente Breda
31-3-1981
St/7/F 49911
«cior-p
Bijlage nummer
203
Aanvulling op en besluitvor
ming met betrekking tot ons
schrijven van heden, houden
de informatie betreffende
het kostenverloop van het
project "Breda Hoog" c.a. en
de consequenties hiervan
voor de kredieten en de be
schikkingen over de reser
ves
Tijdens de uitvoering van het onderhavige project, met name
in augustus 1972, heeft de N.V. Nederlandse Spoorwegen, hierna
verder genoemd N.S., de gemeente een rekening gepresenteerd
van (zeer) ruim 900.000,wegens een vermeend verschuldigd
aandeel van de gemeente Breda in de kosten van de door N.S.
kort voordien uitgevoerde beveiliging van het baanvak Lage
Zwaluwe - Breda met uitlopers.
Volgens N.S. werden deze kosten voor 27,5% toegerekend aan de
werken "Breda Hoog" omdat de met voormelde beveiliging ook ge
realiseerde uitlopers op het baanvak, waartoe de overeenkomst
Breda/N.S. zich beperkt, technisch als één project behoorden
te worden gezien met de N.X.-beveiliging op dat baanvak.
Op grond daarvan zouden dan verder volgens de verdeelsleutel
in bedoelde overeenkomst 80,5% van het toegerekende gedeelte
(27,5%) door Breda moeten worden betaald.
Beweerd werd daarbij, dat in de kostenramingen, opgesteld ter
bepaling van de kostenverdeling tussen partijen, rekening zou
zijn gehouden met de in het geding zijnde uitlopers.
En hoewel in de herziene ramingen van N.S. waarop in 1972 door
Uw raad aanzienlijke kredietverhoging is toegestaan, de onder
havige kosten ook blijken te zijn opgenomen, konden wij de boven
aangehaalde bewering toch niet constateren.