aan de raad der
gemeente Breda
SWP/87116
6-5-1 981
Bijlage nummer
21 3
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het vaststel
len van de:
a. Tijdelijke procedure-ver-
ordening sociaal-cultu
reel werk en emancipatie
activiteiten,
b. Tijdelijke subsidie-ver-
ordening sociaal-cultu
reel werk en emancipatie
activiteiten.
De Rijksbijdrageregeling Sociaal-Cultureel Activiteiten is per
1 januari 1979 in werking getreden. Deze rijksbijdrageregeling
is per 1 januari 1980 gewijzigd in de Rijksbijdrageregeling
Sociaal-Cultureel Werk. De rijksbijdrageregeling legt aan de
gemeente die in aanmerking wenst te komen voor rijksbijdrage
ten behoeve van de subsidiëring van het sociaal-cultureel werk
en de emancipatie-activiteiten, de verplichting op om één maal
in de vier jaar een sociaal-cultureel plan en jaarlijks een
sociaal-cultureel programma van activiteiten op te stellen.
De emancipatie-activiteiten maken een geïntegreerd onderdeel
uit van het plan en programma.
Blijkens de rijksbijdrageregeling dient bij de voorbereiding
van het plan en het programma de bevolking, de betrokken instel
lingen en groepen te worden betrokken en met hen overleg te
worden gepleegd. De wijze waarop dit dient te geschieden, moet
in een door de gemeenteraad vast te stellen verordening worden
geregeld
Daarenboven moet de gemeenteraad bij verordening vaststellen
aan welke voorschriften de sociaal-culturele activiteiten moe
ten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.
Ten aanzien van beide verordeningen is in de rijksbijdragerege
ling voorgeschreven, dat de gemeenteraad deze vaststelt nadat
de bevolking daarbij is betrokken en overleg is gepleegd met
de betrokken instellingen en groepen.