aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 215
Antwoorden op door raads
leden gestelde vragen.
IZ/-
et ge-
ken dat
er een
ge
dreven
te
a
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 21-4-1981).
mevrouw Saelman-Boelen:
in één van de vorige vergaderingen heb ik mijn verwondering
geuit over het feit dat een brief die aan de raad gericht was,
door het college was beantwoord zonder dat de raad de brief ooit
had gezien. Ik moet constateren dat er opnieuw een aan de raad
gerichte brief, zij het dat die dan even ter visie heeft gelegen,
door het college is afgedaan zonder dat hij door de raad is be
handeld of minstens ter kennisneming op de agenda heeft gestaan.
Het ging weer om een subsidieverzoek, dit maal afkomstig van
de Stichting Solidariteitsfilmseen verzoek dat zonder meer door
het college is afgewezen.
Ik ben niet meer in het stadium dat ik mij nog verwonder, maar
ik begin mij over deze dingen nu echt kwaad te maken. Hoe is
het mogelijk dat het college een brief die aan de raad gericht
is, zo maar beantwoordt? Zou het college eens indringend willen
nagaan hoe dit kan en er iets aan doen? De vorige keer heb ik
op mijn vragen een antwoord gekregen dat eigenlijk geen ant
woord was: een kwart van de vragen werd beantwoord, maar ver
der had ik daar niets aan.
Ik geef het college dringend in overweging hier iets aan te doen.
De voorzitter: kunt U de brief nog wat nader aanduiden?
Mevrouw Saelman-Boelen: het is een brief van 18 maart aan de
raad van de gemeente Breda, ter attentie van de wethouder van
sociale zaken. De brief is afkomstig van de Stichting Solidari
teitsfilms
De voorzitter: wij zullen het snel nakijken.