"bijl.nr. 215
-10-
4. Is het college bereid met het J.A.C. in overleg te treden over
de nu ontstane situatie met betrekking tot de opvang van weg
gelopen jongeren?
5. Is de burgemeester bereid om op korte termijn deze zaak in
het zgn. driehoeksoverleg te bespreken en hierin duidelijk
naar voren te brengen dat de tot dit moment gegroeide prak
tijk die tot stand is gekomen in overleg met de officier van
justitie gehandhaafd blijft? Is de burgemeester verder bereid
verslag te doen aan de raad c.q. commissie algemene zaken,
openbare orde van dit driehoeksoverleg? Zo neen, waarom niet?
ANTWOORD
Ad. 1.
Wij zijn op de hoogte van de door U geschetste gebeurtenissen,
met dien verstande, dat slechts één van de betrokkenen aan de
officier van justitie is voorgeleid.
Ad. 2.
Wij hebben begrepen, dat het hier gaat om personen, die wat
U omschrijft als gastadres "weggelopen jongeren" huisvesten.
Ad. 3.
Ons college heeft zich in deze vraag niet verdiept, daar een en
ander zich afspeelt buiten de sfeer en bevoegdheid van het ge
meentebestuur. Vooralsnog houden wij het er voor, dat de officier
van justitie goede redenen zal hebben gehad voor zijn optreden.
Ad. 4.
Gezien antwoord 3 zullen wij als dagelijks bestuur van de ge
meente geen initiatieven ontwikkelen.
Ad. 5.
Op het lid van ons college, de burgemeester, rust in zaken van
justitiële aard geen taak en/of bevoegdheid. -