2 bijl.nr. 231 Naast genoemde 183 normale woningwetwoningen heeft deze woning bouwvereniging tevens een plan in ontwikkeling voor de bouw van 60 wooneenheden voor de huisvesting van 1 en 2 persoonshuis houdens. Op dit laatstgenoemde plan zullen wij in een afzon derlijk voorstel terugkomen. Met het ontworpen plan voor de bouw van 183 woningwetwoningen hebben wij ons kunnen verenigen en hebben dan ook in oktober 1980 aan het rijk verzocht om voor de realisering daarvan de nodige financiële steun te verlenen. Verwezen moge worden naar de bij dit voorstel behorende aanvrage') d.d. 9 oktober 1980 met daarbijbehorende bijlagen. Op grond van het met de provinciale directie gevoerde overleg moest deze aanvrage nog worden herzien en aangevuld, aangezien niet ingestemd kon worden met de opgegeven raming van de bouw kosten. Aan de door de P.D.V. gestelde eisen is op 19 december 1980 door toezending van een herzien en complete aanvrage") vol daan. Bij beschikking van de staatssecretaris van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening d.d. 30 januari 1981, NV 4959-'81 ver zonden 9 maart 1981")is door het rijk aan de gemeente Breda ten behoeve van het onderhavige bouwplan geldelijke steun toe gekend Bij genoemde beschikking zijn de stichtingskosten van de wonin gen vastgesteld op f 21.233.587,ter financiering waarvan aan de gemeente Breda tot eenzelfde bedrag een lening uit 's-rijks kas zal worden uitgekeerd. De gemiddelde maandhuur van deze woningen wordt op basis van het geldende systeem (dynamische kostprijshuur) berekend op voorlopig f 438,80 per maand. De afzonderlijke becijferde en in rekening te brengen vergoe ding voor de centrale warmwatervoorziening bedraagt f 7,10 per maand Gesteld moet worden dat de gemiddelde huur van de woningen in de 2e fase in een redelijke verhouding staat tot de thans in rekening gebrachte huur voor de woningen in de le fase, die gemiddeld ligt op ongeveer f 420,per maand. Voor de uitvoering van de le fase, waarvoor bij besluit van Uw raad d.d. 22 juni 1978, bijlage nr. 179"), geldelijke steun werd toegekend aan de woningbouwvereniging St. Joseph, beston den nog niet of nog niet in die mate als thans het geval is, de extra financiële faciliteiten die het rijk kan verlenen bij de uitvoering van sociale woningbouw in stadsvernieuwingsgebieden. De hoogte van de huren in de 2e fase kan nog wel worden beïnvloed door meerkosten in de vorm van meerwerk, risicoverrekening, hogere grondkosten etc. Door toepassing van de bij de beschikking geldelijke steun huur woningen 1975 gevoegde huurtabel kan het jaarhuurpercentage voor de onderhavige woningen bij een gemiddelde hoogte van de stichtingskosten per woning van f 106.000,gesteld worden op 5%. Dit percentage moet met 0,3% worden verlaagd in verband met de groeistadfunctie van de gemeente Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1215