"bi jl .nr. 234 Het niet volledig aanwezig zijn van noch het openbaar onderwijs (hier ontbreekt de lagere school) en noch het bijzonder neutraal onderwijs (hier ontbreekt de kleuterafdeling) levert naar de toekomst gezien in het licht van de komende integratie van het kleuter- en lager onderwijs tot het basisonderwijs aan vier- tot twaalfjarigen een ernstige problematiek op. Zoals bekend zal binnen afzienbare tijd (1 augustus 1983 zoals aanvankelijk wel werd aangenomen zal overigens vermoedelijk niet meer binnen het bereik liggen) het basis onderwijs worden ingevoerd; de wet op het basisonderwijs werd recentelijk door de Tweede Kamer van de Staten-Generaal aanvaard. Voor zover ons thans de regeling van overgang naar de nieuwe wet toe bekend is, kunnen de beide hier in het geding zijnde scholen na het inwerking treden van de nieuwe wet op het basis onderwijs naar verwachting niet langer als zelfstandige insti tuten worden gehandhaafd. De hier geschetste problematiek hebben wij reeds in een vroeg tijdig stadium onderkend. In voorliggende jaren is er een intensief overleg gepleegd tus sen het bevoegde gezag van beide scholen. In dit overleg hebben steeds een aantal aspecten voorop gestaan, n1 - het is niet in het belang van goed onderwijs aan te merken om, gezien het aantal potentiële leerlingen voor het niet- confessioneel onderwijs, in deze stadswijk het verwezenlijken van twee uiterst kleine nauwelijks levensvatbare basisscholen na te streven, c.q. te bewerkstelligen; - het elkaar niet vinden in het overleg betekent naar de toe komst een verkleining van de keuzemogelijkheid naar richting van het onderwijs voor de ouders in deze wijk, omdat het niet- confessioneel basisonderwijs zich gescheiden optredende niet blijvend kan handhaven; - indien samenwerking is geboden, dan kan deze samenwerking alleen maar in die vorm worden gevonden waarbij wordt uitge gaan van de gelijkwaardigheid van beide partners welke die samenwerking gestalte moeten geven. Het ter zake gevoerde overleg is thans in een beslissende eind fase gekomen. Als mogelijke vorm van samenwerking tussen de beide scholen is in het overleg de voorkeur uitgesproken om de afzonderlijke scholen te doen opgaan in een nieuw te stichten school voor het basisonderwijs, uitgaande van een privaatrechtelijke stich ting, waarin op basis van gelijkwaardigheid het openbaar en het bijzonder neutraal onderwijs zijn vertegenwoordigd. De nieuw te stichten school zal daarbij het karakter van bij zonder neutraal onderwijs verkrijgen. In dit overleg zijn in de verschillende stadia zeer nadrukke lijk betrokken de ouders en het onderwijzend personeel van bei de scholen. Voor wat betreft het openbaar onderwijs is ook het advies inge wonnen van de gemeenschappelijke schoolraad voor het openbaar onderwij s De gezamenlijke verklaringen van de ouders en het onderwijzend personeel, alsmede het instemmend advies van de gemeenschappe lijke schoolraad voor het openbaar onderwijs zijn voor U in de leeskamer ter inzage gelegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1226