gemeente Breda
bij bijlage nr. 247
De raad van de gemeente Breda;
overwegende, dat bij zijn besluit van 16 oktober 1975, bijlage
nr. 324 een budgetegalisatiefonds werd ingesteld en de regeling
inzake mee- en tegenvallers (c.q. overschotten en tekorten)
in de budgetmethodiek werd vastgesteld;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei
1981, nr. F/2/87656 tot aanpassing van voornoemde regeling:
1. tot inperking met ingang van het dienstjaar 1981 van de (jaar
lijkse) voeding van het budgetegalisatiefonds door te bepalen,
a. de vrijvallende ruimte als gevolg van achteraf niet of
niet geheel benodigde bedragen voor bij de begrotingssamen
stelling gehonoreerde claims, met ingang van 1981 niet
meer toevloeit aan het budgetegalisatiefonds:
b. dit terug laten vloeien naar de algemene middelen (gevolg
van voorstel sub l.a.) eveneens geldt voor claims welke
in eerdere jaren werden toegewezen, doch uit praktische
overwegingen worden de gehonoreerde claims tot en met
1980 daarbij buiten beschouwing gelaten;
c. de in de loop van het begrotingsjaar toegewezen bedragen
uit "onvoorzien", welke achteraf niet of niet geheel
benodigd blijken te zijn, met ingang van 1981 niet meer
toevloeien aan het budgetegalisatiefonds.
2. het niet besteedbare bedrag (bodem) van het budgetegalisatie
fonds voor opvang van risico's in de onderscheiden budgetten
vast te stellen op een van die laatstelijk bij de begro
tingsbehandeling vastgestelde budgetten, een en ander met
een minimum van f 500,per budget.
3. tot het, met ingang van heden, hanteren van de procedure
voor eenvoudige begrotingswijzigingen voor onttrekkingen
uit het budgetegalisatiefonds van bedragen beneden de
f 10.001,een en ander met dien verstande, dat naast de
commissie voor financiën ook de betreffende functionele com
missie advies dient uit te brengen.
besluit
dat
Aldus besloten in de openbare vergadering
van
De raad voornoemd
voorz itter
secretaris.