aan de raad der gemeente Breda F/1/87023 28-4-1981 bijlage nr.254 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de tarieven stadsverwarming in de Haagse Beemden in verband met het heffen van een aansluitbijdrage en de corres ponderende aanpassing van het vastrecht gedeelte. Een van de uitgangspunten bij toepassing van stadsverwarming luidt dat de kosten voor de afnemer niet hoger zullen zijn dan bij gebruik van een individuele c.v.- installatie op aardgas. Daarbij wordt landelijk niet alleen gedacht aan de directe verbruikskosten, maar tevens aan de kapitaalslasten van een c.v.-ketel met toebehoren, gasbinnenleiding en de aansluitkosten. Het ontbreken van een c.v.-ketel met toebehoren en een gasbinnenleiding verlaagt de stichtingskosten van een woning, hetgeen nog wordt versterkt doordat in Breda de aansluitleiding van de stadsverwarming niet in rekening wordt gebracht. Dit alles geschiedde, doordat ten tijde van de stichting van een stadsverwarmingsbedrijf te Breda inzake de goedkeuring van de stichtingskosten ten behoeve van de woning- wetbouw op zeker werd gespeeld. Intussen is de landelijke opinie ten opzichte- van het in rekening brengen van een aansluitbijdrage bij de stadsverwarming genuanceerder geworden. De afnemers zien graag een direkte vergelijkbaarheid met de aardgassituatie, zowel ten aanzien van de afgenomen hoeveelheden als ten opzichte van het vastrecht en de prijs per afgenomen hoeveelheid. Deze tendens zou moeten resulteren in een tarief, dat zonder omwegen is te verge lijken met de aardgasprijs Inclusief milieubelasting bedraagt deze ingaande 1 januari 1SS1 48,vastrecht per jaar en 39,S3 cent per m3, hetgeen bij de stadsverwarming voor de eengezinswoningen betekent 48,— vastrecht per jaar en 18,55 per Giga-joule; hierbij is rekening gehouden met een ketelrendement voor een individuele c.v. van 70% en van 50% voor een warmtapwaterapparaat Intussen heeft de Nederlandse Energie Ontwikkelings iMaatschappij B.V. (NEOM) in september 1980 een rapport uitgebracht over stadsverwarmingstarieven*. i üit de samenvatting (hoofdstuk 10) ontlenen wij het volgende: "Teneinde consequenties voor huur, huursubsidie, woningsubsidie en financiering zoveel mogelijk uit te sluiten, verdient het aanbeveling een zodanige aansluitbijdrage in de stichtingskosten op te nemendat deze kosten zoveel mogelijk overeenkomen met de stichtingskosten van dezelfde woning in de alternatieve aardgassituatie Enige toelichting is wellicht nuttig: Het in de stichtingskosten opnemen van een aansluitbijdrage heeft de volgende voordelen: 1De stichtingskosten zijn gelijk of nagenoeg gelijk bij aansluiting op de stadsverwarming of bij plaatsing van een individuele c.v.-ketel op aardgas. 3) De financieringspositie van de stadsverwarming wordt beter. 4) De exploitanten van woningwetwoningen ontvangen meer financiële middelen doordat onderhouds- en exploitatievergoedingen zijn gerelateerd aan de hoogte van de stichtingskosten Ligt ter inzage in de leeskamer. 2) Huurders die in aanmerking komen voor huursubsidie hebben er baat bij dat de extra vastrechtkosten bij stadsverwarming zijn overgegaan naar de maandelijkse huur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1303