- 3 -
Ket bedrag sub a is opgebouwd als volgt:
c.v.-ketel: unit met electrische aansluiting 1.222,
gasleiding 154,
afvoer 182,
aansluitbijdrage aardgas 150,
warmwaterapparaat: apparaat 11 436,
aanleg 154,
2.298,—
967,—
*omdat is gebleken, dat de aansluitbijdrage landelijk varieert, wordt
de aansluitbijdrage verhoogd tot de in Breda vergelijkbare prijs
groot 2S9 voor aansluitingen bij gebruik van individuele
c.v. installaties.
Indien we de samenstelling van het huidige met het voorgestelde
vastrecht-bedrag vergelijken, valt het op, dat het aantal elementen,
dat aan afnemers moet worden uitgelegd belangrijk is afgenomen.
Dit zal de duidelijkheid van het tarief sterk bevorderen.
eengezinswoningen van 20 tot 50 kW
a. toekomstige vervanging van c.v.-installstie en warmvater-
appararuur na'To .jaar 21,81
bonderhoud 80Qg, 33
c. aftrek extra kosten electrisch koken 54,(prijsbasis 1978} "./.ol,33
Sub-totaal 51,36
d. vastrecht aardgas per 1 januari 1981 48,
Totaal vastrecht stadsverwarming per 15 april 1981 f .99,36
flatwoningen tot 50 kW (per wooneenheid)
a. toekomstige vervanging van de c.v.-installatie na 15 jaar f 25,3 2
bonderhoud 6133
c. aftrek extra kosten electrisch koken 6133
Sub-totaal 25 32
d. vastrecht aardgas per 1 januari 1981 63
Totaal vastrecht stadsverwarming per 15 april 1981, per wooneen-
heid £___88±3.2
Inzake het vastrecht voor flatgebouwen merken wij het volgende op
De investeringskosten exclusief meting en de jaarlijkse onderhouds
kosten voor een flatwoning zijn iets lager dan bij een eengezinswonin
De hoogbouw met één centrale verwarmingsunit neemt een bijzondere
plaats in als wordt gesproken over de kosten van de meting.
In de aardgassituatie wordt de centrale meting en de opname van
het verbruik niet in rekening gebracht. Echter de individuele meting,
voor zover dit geschiedt, is voor rekening van de exploitant van
het gebouw, die de kosten weer doorberekent aan de huurders.
De individuele meting van de hoogbouw geschiedt meestal met behulp
van verdampingsmeters. De verbruiksopname is een dure zaak, omdat
per radiator minstens één verdampingsmeter nodig is. Individuele
meting per wooneenheid is slechts mogelijk indien de aanvoer
en retourleiding bij elkaar zijn gebracht wat de bouwkosten
echter doet stijgen.
bijl.nr. 254
warmwaterapparaat op stadsvernieuwing