6
bijl.nr.256
College-standpunt
De betrokkenheid van vrouwen bij de selectie van leidinggevende
functionarissen is onlangs geregeld in de regeling inspraak
bij benoemingen.
De m.c.'s is verzocht een inspraakregeling te ontwerpen voor
hun eigen dienst voor overige benoemingen.
Conclusie
Wij zullen de medezeggenschapscommissies verzoeken bij het op
stellen van de genoemde inspraakregeling een gelijksoortige
bepaling op te nemen als geldt in de inspraakprocedure bij de
selectie van leidinggevende functionarissen.
Voorstel 9b
De vergadering dringt er bij het college op aan, de volgende
maatregelen te nemen om de positie van de medewerkers met een
tijdelijke of bijzondere aanstelling te verbeteren:
- medewerkers met een tijdelijke of bijzondere aanstelling
moeten intern kunnen solliciteren naar vacatures bij de ge
meente Breda;
- medewerkers met een tijdelijke of bijzondere aanstelling
moeten goed ingewerkt en begeleid worden;
- voor afloop van een tijdelijk dienstverband, moet, indien
de betrokken medewerker dit wenst, door de personeelsfunctio
naris actief gezocht worden naar vacatures binnen diensten,
bedrijven en bestuurscommissies, die door de betreffende
personen vervuld kunnen worden in vast dienstverband;
mensen die in W.S.W.-verband bij de gemeente werken en die
naar tevredenheid nuttig en noodzakelijk werk doen, dienen
zo snel mogelijk een vaste aanstelling te krijgen;
- discriminerende bepalingen en verordeningen t.a.v. de rechts
positie van mensen in een tijdelijk of bijzonder dienstver
band, moeten afgeschaft worden.
College-standpunt
Er wordt vanuit gegaan dat onder medewerkers met een tijdelijk
of bijzondere aanstelling worden verstaan degenen die op basis
van de tijdelijke arbeidsplaatsen regeling of de werkgelegen-
heidsverruimende maatregel in dienst zijn en daarnaast met name
degenen die in het kader van de wet sociale werkvoorziening
bij de gemeente zijn gedetacheerd.
Wat betreft de mogelijkheid dat werknemers met een dergelijk
dienstverband intern moeten kunnen solliciteren, het volgende:
de regeling interne verplaatsingen is in het leven geroepen
om het weinige dat de gemeente als werkgever kan doen aan loop
baanbegeleiding voor in dienst zijnde ambtenaren en arbeids
contractanten vorm te geven. Hoe het voorstel, zoals hier gefor
muleerd, zich daartoe verhoudt is een vraag, die nadere bestu
dering behoeft. Hoewel wij niet zonder meer afwijzend staan
ten aanzien van de eerste suggestie in voorstel 9b hebben wij
behoefte aan meer concrete gegevens en een duidelijker afwe
ging van alle erbij betrokken belangen alvorens een defiifitieve
beslissing te kunnen nemen.