bijl.nr. 258 -4- de in het gebied aanwezige deskundigheid en mankracht, terwijl voorts de kans op doublures duidelijk verminderd zou worden. Tenslotte zou de afstand tussen de plaats waar de aktiviteiten worden verricht en degenen, die de voorbereiding had den duidelijk verkleind worden. Een dergelijke ontwikkeling is reeds gaande, zoals kan blijken uit de voorgeno men wijziging t.a.v. de brandweer. 2. Ten aanzien van dit beslispunt willen wij verwijzen naar hetgeen wij in de inlei ding hebben gesteld m.b.t. een overlegplatform. Dit betekent, dat de ambtelijke begeleiding niet zo zwaar behoeft te zijn als thans het geval is. Er zou dan immers vanuit het stadsgewest minder inhoudelijk en initiërend worden gewerkt, maar meer begeleidend en coördinerend. 5. Zoals uit de standpunten in de stuur-/werkgroep-7^ regeling blijkt, zijn wij ook hier van mening, dat de bestuurlijke betrokkenheid van het stadsgewest bij de stadsgewestelijke brandweer gewaarborgd moet zijn. Het werk kan geschieden bij het korps van Breda en wellicht van andere gemeenten. 4. Geen opmerkingen. 5. Akkoord, met de opmerking dat wij waarde hechten aan de opmerking in de nota (blz. 10), dat het dagelijks bestuur behoefte heeft aan een inzicht in de veranderingen in het bestaande beleid. Tevens dient een kritische studie over de huidige stand van zaken vooral ook in de financiële zin alle aanbeveling. Daarbij moet niet het eerste streven zijn gericht op het wederom aanwenden voor nieuwe aktiviteiten van gelden die elders in de gezondheidsdienst kunnen worden bespaard. Er moet sprake zijn van werkelijke bezuiniging. 6. Met het standpunt van het dagelijks bestuur kunnen wij ons verenigen. 8. Het stadsgewest is een geschikt platform om te overleggen en misschien tot coör dinatie te komen. In geen geval voelen wij op dit moment voor een gewestelijke (technische) dienst. Overigens wordt hieromtrent nog overleg gevoerd. 9. Haar onze opvatting heeft het stadsgewest op het terrein van onderwijs geen taak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1349