2 bijl.nr. 259 Voorts zijn de woningbouwverenigingen van mening, dat Uw genoemd besluit lijdt aan innerlijke tegenstrijdigheid doordat zij enerzijds als (meest) belanghebbende groeperin gen worden aangemerkt, doch om diezelfde reden thans buiten de te formeren overlegstructuren worden gehouden. Het belang van de volkshuisvesting brengt naar de mening van de woningbouwverenigingen met zich mee, dat zij vanaf de eerste fase van de planontwikkeling aldaar worden betrok ken in de overlegstructuren. Vervolgens wordt gesteld, dat zij eerst op 18 mei 1981 kennis hebben kunnen nemen van het raadsbesluit van 21 april 1981 en derhalve tijdig via dit bezwaarschrift daar tegen bezwaar maken. Aan Uw raad wordt verzocht de aangevoerde bezwaren gegrond te verklaren en het aangevochten besluit van Uw raad met inachtneming van de aangevoerde bezwaren in heroverweging te nemen en dienovereenkomstig opnieuw vast te stellen. In de op 9 juni 1981 gehouden vergadering van de commissie algemene zaken zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun bezwaren nader mondeling toe te lichten. Het proces verbaal van deze hoorzitting en de daarbij overgelegde pleitnotities van mr. H.D Cotterell zijn ter visie gelegd") IIOntvankelijkheid Artikel 7, lid 2 van de Wet Arob bepaalt, dat de natuurlijke of rechtspersoon, die door een beschikking van een niet tot de centrale overheid behorend administratief orgaan rechtstreeks in zijn belang is getroffen, daartegen bij het orgaan, dat de beschikking heeft genomen, een bezwaar schrift kan indienen. Onder een beschikking verstaat deze wet: het schriftelijk besluit van een administratief orgaan, gericht op enig rechtsgevolg (artikel 2) Op 21 april jl. heeft Uw raad o.m. besloten: - vast te stellen het beleidsplan Hoge Vucht met inacht- name van de daarvoor gemaakte opmerkingen in de nota van burgemeester en wethouders over dat beleidsplan, met dien verstande, dat' ten aanzien van de realisering van koopwoningen pas een beslissing zal worden genomen wanneer de raad zich uitgesproken heeft over het woning bouwprogramma uit de Nota Volkshuisvesting (1) - burgemeester en wethouders uit te nodigen om vóór 1 sep tember 1981 - na overleg met de bewoners-leden van het projectteam Hoge Vucht en het Overleg Breda-Noord - een concept-verordening op basis van artikel 62, lid 2 gemeen tewet met betrekking tot de te formeren structuur voor de uitvoering van het beleidsplan voor te leggen (5) Dit raadsbesluit en ons daarop betrekking hebbende voorstel van 31 maart 1981 zijn ter inzage gelegd") In de nota van ons college over het beleidsplan Hoge Vucht") is het beleidsplan gekarakteriseerd als een plan, bevattende beleidsuitgangspunten en beleidsvoornemens om te komen tot een verbetering van de woon- en leefsituatie in Hoge Vucht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1357