3
bijl.nr.259
Alvorens tot realisering daarvan te kunnen overgaan, zullen
nadere uitwerkingen en detailleringen moeten plaatsvinden
(pag. 20, eerste alinea).
Onderdeel van dit beleidsplan is ook de nog te formeren
structuur, waarbinnen de bewoners van deze wijk bij de
uitvoering van dit plan zullen worden betrokken.
Op de pagina's 23 en 24 van deze nota hebben wij deze struc
tuur verder aangeduid door het kader en de formele status
aan te geven waarbinnen een adviserende taak zal komen
te liggen bij een centraal orgaan in deze wijk, zijnde
de centrale adviesraad Hoge Vucht.
Daarbij zijn de taakstelling en de bevoegdheden van deze
adviesraad aangeduid, waaronder de bevoegdheid tot het
instellen van werkgroepen ad hoe vanuit de bewoners van
deze wijk ten behoeve van de inhoudelijke voorbereiding
van de advisering over de uitvoering van het beleidsplan
Hoge Vucht.
De situatie van het centrumgebied in deze wijk is zodanig,
dat hieraan zowel in het beleidsplan als in het advies
van het projectteam afzonderlijk aandacht is besteed. Ook
in onze nota zijn wij hierop meer specifiek ingegaan (pag.
11 tot en met 14). Op pagina 13, tweede alinea, van de
nota hebben wij vermeld de instelling van een speciale
werkgroep voor het centrumgebied alleszins verantwoord
te achten.
Deze dient zich dan wel te voegen in de te formeren juri
dische structuur.
Door de op 21 april jl. plaatsgevonden besluitvorming door
de raad is ook met dit beleidsuitgangspunt ingestemd. Aan
dit uitgangspunt zal nader gestalte moeten worden gegeven
door het instellen van de centrale adviesraad en het vast
stellen van een verordening over deze raad. Hierover dient,
zoals ook blijkt uit punt 4 van het bestreden raadsbesluit,
nog nader overleg plaats te vinden. Uiteindelijk is een
en ander onderworpen aan de besluitvorming door de raad
op voorstel van ons college.
Op grond van het vorenstaande zijn wij van oordeel, dat
ten gevolge van het onderdeel uit het raadsbesluit van
21 april 1981, waartegen de bezwaren zijn gericht, geen
rechtsgevolgen in het leven zijn geroepen, zodat dit dan
ook niet is aan te merken als een zodanige beschikking,
waartegen op grond van de Wet Arob voorzieningen open staan.
Wij stellen U daarom voor de drie woningbouwverenigingen
in hun bezwaren niet-ontvankelijk te verklaren.
IIINadere toelichting met betrekking tot de structuur
Aangezien wij hiervoor onder II aan Uw raad voorstellen
tot niet-ontvankelijkheid van de bezwaren te besluiten,
komt een inhoudelijke beoordeling formeel-juridisch niet
meer aan de orde.
Te Uwer informatie geven wij een uiteenzetting over de
bedoelingen, die in de nota van ons college^óver het be
leidsplan Hoge Vucht hebben voorgestaan bij de formulering
van vermeld uitgangspunt inzake de te formeren structuur,
met name voor zover deze betrekking heeft op de formering
van de werkgroep centrumgebied.