bijlnr261 Hoe dit alles zij, de heer Blanken heeft zijn filmrolletje terug gekregen, waarna betrokkenen per dienstvoertuig zijn terugge bracht. Tot goed begrip sluiten wij de tekst van de aangehaalde wets artikelen hierbij in. Ad. 3- Wij zijn niet met U van mening dat de vrijheid van nieuwsgaring ernstig is geschaad. Ad. 4. Zoals uit de antwoorden onder 1 en 2 blijkt was het optreden niet in strijd met geldende regels. Hoogstens zou men van een wat formele benadering kunnen spreken. Ad. 5. Door de marechaussee is wel rapport, doch geen proces-verbaal opgemaakt orndat bij nader inzien - zoals gesteld - nauwelijks van een strafbaar feit kon worden gesproken. Daar het gehele gebeuren zich afspeelde op het terrein van de opsporing van strafbare feiten, zonder dat de openbare orde in het geding was, heeft men de burgemeester niet geïnformeerd. Te meer heeft men daartoe geen aanleiding gezien omdat het een zaak zonder veel gewicht was en bovendien de verhouding tussen marechaussee en de heer Blanken en mevrouw Rasing niet onvriendelijk was. Ad. 6. Gezien het gewicht van de gebeurtenissen is de burgemeester van oordeel, dat met deze beantwoording van uw vragen, die van openbaar karakter is, kan worden volstaan. -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1381