bijl.nr. 261 De directeur van de Stichting Bejaardenwerk is aan de raad van advies toegevoegd als secretaris zonder recht op stemmen bij eventuele besluitvorming. Geen van de genoemde functionarissen hebben zitting in het bestuur van de Stichting Bejaardenwerk, behalve de directeur van de Stichting Bejaardenwerk, die ook hier het secretariaat vervult zonder stemrecht bij besluitvorming. De relatie tussen de raad van advies en het bestuur van de stichting heeft betrekking op het contact tussen de vertegenwoor digers vanuit genoemde instellingen in de raad van 'advies en de vertegenwoordigers vanuit het bestuur van deze instellin gen, die tevens in het bestuür van de Stichting Bejaardenwerk participeren. In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid hiervoor binnen de instellingen zelf. Aan de 30%-norm wordt voorts voldaan; A van de 13 bestuurs leden zijn vertegenwoordigers van Bredase bejaardenorganisaties. Een verhoging van 50% is tot op heden niet wenselijk geacht en is daarom ook niet overwogen. Er wordt aan de normen van de rijksbijdrageregeling voldaan. De behoefte tot uitbreiding is wellicht ook hierom niet aanwezig, omdat de agendapunten van elke bestuursvergadering vooraf in het gestructureerd overleg van de bejaardenbonden worden besproken ter informatie en ondersteuning van de vertegenwoordigers van de bejaardenbonden in het bestuur van de Stichting Bejaardenwerk. In een personeelszetel is niet voorzien. Wel bestaat binnen de stichting een werknemersvertegenwoordiging, conform de C.A.O.-regeling (artikel 2A)die alvorens het bestuur besluiten kon nemen betreffende personeelsaangelegenheden gehoord moet worden door het bestuur. Vraag A Het is ons opgevallen dat de procedure van de ontwerpverordening afwijkt van de procedure van b.v. "werken aan welzijn in Breda", b.v. op het onderdeel inspraak. -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1384