bijl. nr. 261
- Waarom is geen gelijkvormige procedure gehanteerd door Uw
college?
- In welke mate bestaat er wel of geen relatie tussen beide
regelingen b.v. op het punt van de 4-jarenplanning?
Antwoord
De procedure van de ontwerpverordening wijkt inderdaad af
van de procedure van "werken aan welzijn in Breda". Een gelijk
vormige procedure is niet mogelijk geweest vanwege de oorspron
kelijke eis van het Ministerie van C.R.M. om de subsidievoor
waarden van de Stichting Bejaardenwerk per 1 oktober 1980
door de gemeenteraad te laten vaststellen. Daarna heeft ons
college vanwege het Ministerie van C.R.M. uitstel gekregen
tot december 1980 en later tot maart 1981.
De gelijktijdigheid met de procedure van de subsidieverordening
sociaal cultureel werk waarvan de ambtelijke voorbereiding
later is ingezet, werd pas begin 1981 zichtbaar.
Het gevolg hiervan is geweest dat de definitieve vaststelling
van de concept-subsidievoorwaarden van de Stichting Bejaarden-
werk pas zijn beslag heeft kunnen krijgen, nadat door de raad
de subsidieverordening voor het sociaal cultureel werk is vast
gesteld.
Hierdoor was het mogelijk geworden de inhoud van de subsidie
voorwaarden van de Stichting Bejaardenwerk zoveel mogelijk
op de subsidieverordening sociaal cultureel werk af te stemmen.
Tot slot merken wij op, dat de plaats van het Gecoördineerd
Bejaardenwerk in de rijksbijdrageregeling voor de maatschappe
lijke dienstverlening nog steeds niet geregeld is. Op dit moment
wordt er tussen het Ministerie van C.R.M. en het landelijke
platform Gecoördineerd Bejaardenwerk overlegd over de vraag
of voor het Gecoördineerd Bejaardenwerk een afzonderlijke rijks
bijdrageregeling wel of niet moet blijven bestaan.
Daarna is er geen limiet meer gesteld.