aan de raad der
gemeente Breda
23 juni 1981
SD/5/80577/86736
Bijlage nummer
278
Voorstel tot vaststelling van
de "subsidievoorwaarden
stichting gecoördineerd
bejaardenwerk Breda e.o.
IInleiding
Per 1 januari 1980 is de tijdelijke rijksbijdrageregeling
gecoördineerd bejaardenwerk van kracht geworden, behoudens
de artikelen 14 en 15 van deze regeling. Deze twee artikelen
hebben betrekking op een door de gemeenteraad vast te stel
len verordening, die regelt aan welke voorschriften de in
stelling stichting gecoördineerd bejaardenwerk Breda e.o. moet
voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.
Op 14 juli 1980 deelde de staatssecretaris aan het gemeente
bestuur van Breda mede, dat de artikelen 14 en 15 van de
rijksbijdrageregeling op 1 juli 1980 in werking zijn getreden.
Omdat Breda voor het gecoördineerd bejaardenwerk geen subsi
dieverordening kent is een beroep gedaan op de hardheids
clausule van de rijksbijdrageregeling. De staatssecretaris
heeft daarop aan Breda ontheffing verleend tot 9 december
1980. Nadien is de gestelde termijn meerdere keren op ons
verzoek verlengd. De laatste verlenging is noodzakelijk
geworden vanwege de op gang gebrachte ambtelijke voorberei
dingen met betrekking tot het opstellen van het ontwerp
van de tijdelijke procedure-verordening sociaal cultureel
werk en emancipatie-activiteiten en het ontwerp van de
"tijdelijke subsidieverordening sociaal cultureel werk en
emancipatie-activiteiten"