"bij bijlage nr. 278 4. Kosten van activiteiten, met uitzondering van: a. de kosten van artikelen, bestemd voor de verkoop bij buffetexploitatie, alsmede van alle acties en activi teiten met het doel om inkomsten te verwerven; b. de kosten van financiële en materiële bijstand; c. de kosten van consumptiegoederen zoals maaltijden, trac taties, rookartikelen e.d.; warme maaltijden voor daar toe geïndiceerde bejaarden vallen niet onder deze uit zonder ing d. de kosten van geschenken, attenties e.d.; e. de specifieke kosten van de eredienst; f. uitgaven welke dienen te worden beschouwd als terugbe taling of doorbetaling van ontvangen baten; g. kosten waarvoor reeds uit andere hoofde subsidie wordt ontvangen Artikel 14. De kosten van pensioenvoorzieningen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, sub a, komen voor subsidie in aanmerking tot ten hoogste 12% van de subsidiabele salariskosten, voor zover een pensioenverzekering afgesloten is, welke voldoet aan artikel 2 van de Pensioen- en Spaarfondsenwet en de pensioenpremie ver minderd met het eventuele werknemersaandeel daarin, ten minste 10% van het salaris bedraagt. Artikel 15. 1. De aanschaffingskosten van onroerende en duurzame goederen, alsmede de kosten van verbouwing en buitengewoon onderhoud, moeten als activa op de balans worden opgenomen. 2. Van de in het eerste lid bedoelde uitgaven mag, te begin nen met het jaar waarin de betreffende kosten zijn gemaakt, jaarlijks een deel in de exploitatierekening worden opge nomen volgens onderstaand schema, waarvan slechts na voor afgaand overleg en verkregen goedkeuring van burgemeester en wethouders kan worden afgeweken: a. aankoop gebouw, nieuwbouw 2è% b. verbouwing 2i% c. groot onderhoud en vaste inrich ting 10% d. vaste inrichting 10% e inventaris en technische hulp middelen 20% 3. De met de in het eerste lid bedoelde kosten samenhangende uitgaven komen alleen voor subsidiëring in aanmerking voor zover ten aanzien daarvan vooraf overleg is gepleegd met en goedkeuring is verkregen van burgemeester en wethouders. Artikel 16. 1. De navolgende inkomsten dienen in mindering te worden ge bracht op de werkelijke uitgaven: a. 80% van de opbrengsten uit onderverhuur;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1451