"bij bijlage nr. 278
Artikel 24.
1. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het
bepaalde in dit artikel, de subsidie-uitkering verlagen,
de verleende subsidie of de daarop uitgekeerde voorschotten
geheel of gedeeltelijk terugvorderen en/of de instelling
van verdere subsidietoekenning uitsluiten, indien:
a. de instelling aan de in of krachtens deze voorwaarden
gestelde voorschriften niet of in gebrekkige mate vol
doet
b. de instelling onjuiste gegevens blijkt te hebben verstrekt,
welk indien zij juist waren geweest, tot afwijzing van
de aanvrage om subsidie of tot een lager bedrag aan sub
sidie zouden hebben geleid.
2. Alvorens een besluit te nemen op grond van het bepaalde in
het eerste lid wordt de instelling op de door burgemeester
en wethouders te bepalen wijze in de gelegenheid gesteld
om te worden gehoord.
3. Bij het nemen van een besluit op grond van het bepaalde in
het eerste lid wordt de instelling zoveel mogelijk in staat
gesteld om haar op basis van reeds verleende subsidies naar
het oordeel van burgemeester en wethouders aangegane rede
lijke verplichtingen behoorlijk na te komen.
HOOFDSTUK VI: OVERDRACHT UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN
Artikel 25.
1. Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd de uitvoering
van een of meer bepalingen van deze voorwaarden, voor zover
die uitvoering tot hun bevoegdheid behoort, op te dragen
aan door hen aan te wijzen gemeente-ambtenaren, bij een aan
de raad mede te delen en op de gebruikelijke wijze ter open
bare kennis te brengen besluit.
2. De overeenkomstig het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn
verplicht aan burgemeester en wethouders jaarlijks verslag
uit te brengen van hetgeen zij ter uitvoering van die opdracht
hebben verricht.
3. De bij burgemeester en wethouders ingekomen aanvrage om sub
sidie wordt, voor zover toepassing is gegeven aan het bepaal
de in het eerste lid, geacht bij de betrokken ambtenaar te
zijn ingekomen.
HOOFDSTUK VII: VOORSCHRIFTEN BESLUITEN EN BEROEP
Paragraaf 1: Voorschriften besluiten
Artikel 26.
1. De op grond van deze voorwaarden te nemen besluiten worden
schriftelijk gegeven en aan de instelling medegedeeld met
in achtneming van het tweede lid.
