bij bijlage nr. 278 2. Het besluit, waarbij in een voor de instelling ongunstige zin wordt besloten, is met redenen omkleed en vermeldt te vens de mogelijkheid tot het instellen van beroep als be doeld in artikel 27. Paragraaf 2: Beroep Artikel 27. 1. Van elke op grond van deze voorwaarden door een ambtenaar, aangewezen krachtens artikel 25, genomen beschikking kan de instelling binnen dertig dagen na de dag, waarop de aan gevallen beschikking is verzonden, daartegen beroep instel len bij burgemeester en wethouders. 2. Van elke op grond van deze voorwaarden door burgemeester en wethouders, anders dan in beroep, genomen beschikking kan de instelling binnen dertig dagen na de dag, waarop de aangevallen beslissing is verzonden, daartegen beroep in stellen bij de raad. 3. Het beroepschrift houdt tenminste in: a. de naam en het adres van de instelling; b. de dagtekening en het nummer van de beslissing, waartegen het beroep is gericht; c. de gronden waarop het beroep steunt; d. een omschrijving van de beslissing die wordt verlangd. 4. Indien het beroepschrift na afloop van de in het eerste of het tweede lid genoemde termijn is ingediend blijft niet-ont- vankelijkverklaring op grond daarvan achterwege, indien de instelling aantoont dat het beroep is ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijze verlangd kan worden. 5. In het geval beroep wordt ingesteld, als bedoeld in het eerste lid, wordt door of vanwege de burgemeester onmiddellijk na ontvangst van het beroepschrift een bericht van ontvangst aan de instelling gezonden. 6. Alvorens op het beroep een beschikking wordt genomen wordt de instelling in de gelegenheid gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen op de door burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de raad te bepalen wijze. Zo nodig worden andere belanghebbenden tevens in de gelegen heid gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen. 7. Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de raad beschik ken dan wel beschikt binnen drie maanden na de dag, waarop het beroepschrift is ontvangen. Deze termijn van drie maan den kan eenmaal met ten hoogste twee maanden worden verlengd. Van deze verlenging wordt vóór de afloop van de eerstgenoem de termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de instelling. 8. De beschikking op het ingediende beroep is met redenen om kleed en wordt aan de instelling toegezonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1456