bij bijlage nr. 278
9. Indien de in beroep gegeven beschikking afwijkt van de aange
vallen beschikking dan regelt het betreffende orgaan in beroep
al datgene wat ten gevolge van die afwijking regeling behoeft.
HOOFDSTUK VIII; FINANCIËLE ADMINISTRATIE, TOEZICHT EN CONTROLE
Paragraaf 1: De financiële administratie en verdere voorwaarden
Artikel 28.
1. De administratie van de instelling moet zodanig zijn ingericht,
dat op eenvoudige wijze een overzicht kan worden verkregen
van de bezittingen, vorderingen en schulden van de instelling
en van de verkregen exploitatieresultaten, alsmede dat de
controle van gemeentewege op bevredigende wijze kan plaats
vinden en voortgang kan hebben.
2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen
met betrekking tot de inrichting en het beheer van de admini
stratie door de instelling.
3. Voor alle uitgaven die voor subsidie in aanmerking komen
moeten bewijsstukken aanwezig zijn ten name van de instelling
waaruit de aard van de geleverde of de verrichte diensten
duidelijk blijkt.
4. Bewijzen van betaling via andere post- en/of bankrekeningen
dan die ten name van de instelling kunnen niet als geldig
worden aangemerkt.
5. Via een afzonderlijk register moet aantekening worden gehou
den door de instelling van de afschrijving op onroerende
en duurzame goederen, welke voor subsidiëring in aanmerking
komen.
6. De afschriften van de voorgeschreven loonstaten moeten door
de instelling worden bewaard.
7. De in dit artikel bedoelde stukken, alsmede alle contracten
welke voor de instelling kosten veroorzaken die voor subsi
diëring in aanmerking komen, moeten berusten op het adres
waar de boekhouding van de instelling wordt bewaard.
Artikel 29.
1. De instelling is verplicht de navolgende verzekeringen af
te sluiten of af te doen sluiten:
a. een verzekering tegen het risico van wettelijke aansprake
lijkheid ten aanzien van derden voor een som van ten minste
500.000,per gebeurtenis en geval;
b. een verzekering tegen het risico van brand op basis van
nieuwwaarde, ten aanzien van eigendommen van de instelling
waarin zij subsidie ontvangt;
2. Burgemeester en wethouders kunnen de instelling verplichten
verzekeringen af te sluiten tegen andere dan de in het eerste
lid bedoelde risico's.