bij bijlage nr. 278 3. De verzekeringsuitkeringen dienen door de instelling te worde aangewend ten behoeve van het (de) verloren of beschadigde object(en), ten aanzien waarvan de verzekeringsovereenkomst is aangegaan, dan wel te worden toegevoegd aan het vermogen van de instelling. Artikel 30. 1. De instelling brengt door haar ontvangen erfstelling, legaten en schenkingen ten bate van de exploitatie van de instelling, tenzij deze ontvangsten uitdrukkelijk voor kapitaal- of fonds vorming van de instelling zijn bestemd. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid vereisen het vormen van fondsen of reserves met of mede met subsidiegel den van de gemeente en het beschikken over deze fondsen en reserves door de instelling de goedkeuring van burgemeester en wethouders. 3. Burgemeester en wethouders beschikken binnen twee maanden na de ontvangst van een verzoek om goedkeuring als bedoeld in het tweede lid. Paragraaf 2: Het toezicht en de controle Artikel 31. 1. De instelling verleent aan burgemeester en wethouders of aan door of namens hen aangewezen ambtenaren inzage in de administratie en verstrekt steeds alle inlichtingen, welke voor de beoordeling van de doelmatigheid en de rechtmatig heid van de besteding van de subsidie van belang kunnen wor den geacht. 2. De instelling verstrekt zonder voorbehoud en naar waarheid desgevraagd aan burgemeester en wethouders of aan door of namens hen aangewezen ambtenaren en aan daartoe door of na mens de minister aangewezen ambtenaren alle inlichtingen omtrent de aard en de omvang van de werkzaamheden. 3. Jaarlijks dient door een, door de instelling na overleg met burgemeester en wethouders aangewezen, onafhankelijke deskun dige een verslag te worden uitgebracht naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en de administratie van de instelling. In dit verslag wordt expliciet vermeld dat de subsidie is besteed overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze voorwaarden. HOOFDSTUK IX: SLOTBEPALINGEN Artikel 32. In alle gevallen waarin deze voorwaarden niet voorzien of ondui delijk zijn treffen burgemeester en wethouders de nodige voor zieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen, een en ander na overleg met de instelling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1458