aan de raad der
gemeente Breda
St/0/90 228
10 juli 1981
Bijlage nummer
301
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het verdagen
van de beslissing ingevolge
de bepalingen van de Wet
arob op het bezwaarschrift
van de heer Van de Bliek,
Roskam 28 te Breda.
Door Uw raad is in Uw vergadering van 22 januari 1981 op ons
voorstel besloten het verzoek van de heer Van den Bliek voor
noemd tot restitutie van een door hem betaalde bijdrage inge
volge de "regeling verhaal grondkosten bij particuliere exploi
tatie" af te wijzen.
Thans is d.d. 25 juni 1981 een schrijven van de provincie ont
vangen, waarbij bijgesloten een schrijven van de heer Van den
Bliek naar aanleiding van genoemd raadsbesluit, met het verzoek
dit als een bezwaarschrift in de zin van artikel 7 lid 2 van
de Wet arob te behandelen.
In artikel 14 lid 3 van deze wet wordt voorgeschreven, dat bin
nen 60 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit
hierop moet zijn genomen, waarbij de mogelijkheid is gegeven
voor maximaal 30 dagen te verdagen.
Aangezien de commissie, als bedoeld in artikel 14 lid 3 van
de Wet arob, zijnde de commissie openbare werken, niet voor
Uw vergadering van 20 augustus 1981 de bezwaarde kan horen (dit
in verband met het vergaderschema van de commissie openbare
werken) stellen wij U voor de beslissing op het bezwaarschrift
met ingang van 24 augustus voor 30 dagen te verdagen, zulks
door vaststelling van bijgaand concept-besluitv)
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
Van den Dam secretaris.
ligt ter visie