gemeente Breda |u\>x< m bij bijlage nr. 305 II De raad van de gemeente Breda; overwegende, dat de Verordening plaatselijke omstandigheden Winkelsluitingswet 1976, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 19 september 1978 (bijlage nr. 290 II), op grond van het bepaalde in artikel 14a van de Winkelsluitingswet 1976, met ingang van 1 november 1981 van rechtswege zal vervallen; dat er op grond van plaatselijke omstandigheden aanleiding blijft dat vrijstellingen worden verleend van de Winkelslui tingswet 1976; dat er bovendien plaatselijke omstandigheden zijn welke aan leiding geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid te ver lenen om in de gevallen in deze verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin te stellen regelen, op daartoe strekkend verzoek, ontheffing te verlenen van de Winkelsluitings wet 1976; gehoord de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk- Noord-Brabant te Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 9, tweede lid, van de Winkel sluitingswet 1976; besluit vast te stellen de volgende verordening op de plaatselijke om standigheden Begr ipsbepaling Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Winkelsluitingswet 1976; b. stadsdeel: een wijk als bedoeld in de Verordening verdeling van de gemeente Breda in wijken en buurten. Toer istenseizoen Artikel 2 Van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder b en c. van de wet worden, ten behoeve van het voor het publiek ge opend hebben van winkels waarin uitsluitend of in hoofdzaak chocolade en/of suikerwerk, sigaren, sigaretten en/of tabak, onderscheidenlijk souvenirs worden te koop aangeboden, verkocht of afgeleverd vrijstelling verleend op Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd, alsmede op zondagen gelegen in de periode van 1 mei tot 1 oktober, van 11.00 uur tot 18.00 uur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1553