Naar aanleiding van en overeenkomstig het door de commissie
bedrijven in haar vergadering van 26 augustus 1980 uitgebrachte
advies* met betrekking tot de voorgenomen invoering van de lo
zingsverordening hebben wij besloten hierover de zienswijze
te vragen aan het Breda's Industrieel Contact en aan de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor westelijk Noord-Brabant als
een vertegenwoordiging van het Bredase bedrijfsleven. Dit is
gebeurd bij onze brief van 12 september 1980*. Het commentaar
van het B.I.C. en de Kamer van Koophandel is medegedeeld bij
brief van 29 oktober 1980*. Daarbij is in verband met de com
plexiteit van deze materie verzocht om in de gelegenheid te
worden gesteld de gemaakte opmerkingen mondeling toe te lichten.
Ter voldoening hieraan heeft op 17 december 1980 in het gebouw
van de Kamer van Koophandel een bespreking plaatsgevonden. Hier
voor wordt verwezen naar het verslag* van deze bespreking. Onze
standpuntbepalingen ten aanzien van het ontvangen commentaar
hebben wij neergelegd in een afzonderlijke notitie van 6 janu
ari 1981*. Deze notitie kan worden gezien als een nadere toe
lichting op de inhoud en op de voorgenomen wijze van uitvoering
van deze verordening.
Resumerend stellen wij U tot slot voor om over te gaan tot:
- het vaststellen van de Lozingsverordening riolering Breda;
- het vaststellen van de tweede wijziging van de Bouwverordening
1978
- het aanwenden van de in de begroting 1981 gereserveerde mid
delen voor de uitvoering van de Lozingsverordening riolering
Breda
overeenkomstig bijgevoegde ontwerp-besluiten (A., B. en C.).
Wij doen dit voorstel overeenkomstig het daaromtrent uitgebrachte
advies van de commissie bedrijven.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
Van den Dam secretaris.
*ligt ter inzage.
- 6 -