SOS
gemeente Breda
(A).
BK/
bij bijlage nr.
30
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
overwegende, dat het krachtens artikel 1, tweede lid, juncto
het eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren
is verboden om met behulp van de gemeentelijke riolering af
valstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in opper
vlaktewateren te brengen, tenzij de voorschriften die zijn ge
steld door de beheerder van het oppervlaktewater dan wel de
beheerder van een rioolwaterzuiveringsinstallatie of enig ander
werk, waarop de riolering is aangesloten, worden nageleefd;
dat, ten einde de naleving van deze aan de gemeente gestelde
voorschriften te kunnen verzekeren regelen dienen te worden ge
steld ten aanzien van het lozen van afvalstoffen, verontreini
gende of schadelijke' stoffen op de gemeentelijke riolering;
dat het voorts voor een goede werking van de gemeentelijke
riolering, voor het gebruik dat daarvan wordt gemaakt en met
het oog op de nadelen die derden daarvan kunnen ondervinden,
wenselijk is ook daaromtrent regelen te stellen;
gelet op artikel 168 van de gemeentewet en artikel 1 van de Wet
verontreiniging oppervlaktewateren
vast te stellen de bij dit besluit behorende en als zodanig
gewaarmerkte: Lozingsverordening riolering Breda.
besluit
Aldus besloten in de openbare
vergadering van,
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.